Samenvatting

1 ACHTERGROND
In tegenstelling tot onderzoek boven water is er onderwater geen vastgelegde methode om de kwaliteit van beton te bepalen. Toch is dit van belang om bijvoorbeeld een quick scan uit te voeren bij een brugpijler. Een instrument dat mogelijk onderwater gebruikt kan worden binnen deze context, is de Schmidthamer: Een terugslaghamer waarmee indirect de betondruksterkte kan worden gemeten door een aangetoonde relatie tussen de blijvende vormverandering van de cementsteen en de daadwerkelijke (gedrukte) betondruksterkte. Met de huidige wetgeving is deze methode echter niet volledig non-destructief toepasbaar, omdat er een correlatie met kernen uit de constructie gemaakt dient te worden. Toch is volledig non-destructief onderzoek van belang om de constructie niet onnodig te beschadigen. Dit onderzoek is daarom tweeledig, omdat in het kader van een quick scan onderwater non-destructief onderzoek gewenst is.

2 DOEL
Het doel van dit onderzoek is het ontwikkelen van een basis correlatiediagram van de Schmidthamer onderwater (dat bruikbaar is voor een quick scan van een betonconstructie) door metingen te verrichten op proefkubussen boven water en onderwater en deze meetresultaten onderling te vergelijken met de betondruksterkte verkregen met een beproevingspers.

3 METHODE
Het onderzoek is gestart met een literatuuronderzoek naar de werking en het gebruik van de Schmidthamer en de consequenties hiervan voor gebruik onderwater binnen de vigerende regelgeving en normen. Daarnaast is onderzocht welke factoren van invloed de meetresultaten beïnvloeden, doordat de hamer en het beton zich onderwater bevinden in plaats van in lucht. Deze factoren zijn wel benoemd, maar niet gemodelleerd. Op basis van de resultaten uit de literatuurstudie is bezien hoe een correlatie moet worden opgesteld tussen de terugslagwaarde en de druksterkte en wat de waarde van het gebruik van de hamer is. Het literatuuronderzoek is de basis voor de praktische uitvoer van de proef. Tijdens de proef is onderwater en droog met de terugslaghamer in verticale en horizontale richting geschoten op proefkubussen, zodat een terugslagwaarde Rm bepaald kan worden. Daarna is de kubus in een beproevingspers tot bezwijken gedrukt, waarmee de betondruktste fc is bepaald. De verkregen resultaten zijn daarna geordend, geanalyseerd en vergeleken, zodat een correlatiegrafiek kan worden opgemaakt per richting waarin de hamer is geschoten. Daarnaast is de invloed van de hoek α waaronder de hamer is geschoten onderzocht.

4 RESULTATEN
Met metingen aan 76 proefkubussen is een correlatiegrafiek opgemaakt voor het gebruik van de hamer onderwater. Diezelfde gegevens zijn gebruikt voor het bezien van factor α boven water. Met het vergelijken van 50 horizontale en verticale terugslagwaarden van kubussen onderwater, is de invloed van de hoek α onder water bezien.

5 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
Het blijkt dat er een nauwkeurige correlatiegrafiek kan worden opgemaakt voor het gebruik van de Schmidthamer onderwater, met regressiecoëfficiënten die de 1 naderen waardoor het gebruik ervan in het kader van een quick scan mogelijk is. Onderwater en boven water heeft de hoek α van de hamer invloed op de meetwaarde, maar deze blijkt zich in een verhouding te gedragen, waardoor deze met een factor is te verrekenen. De grafieken voor onderwater gebruik van de hamer kunnen als basisgrafiek worden gezien, maar zijn in de praktijk nog niet toepasbaar omdat er nog geen factoren van invloed als variabele aan de correlatie kunnen worden toegevoegd. Gezien de complexiteit van deze invloeden is het aan te bevelen onderzoeken te verrichten naar een correlatiegrafiek waarin de factoren van invloed variabel kunnen worden toegevoegd en naar alternatieve methoden om non-destructief onderzoek te verrichten aan beton, zoals met een ultrasone meter.