Mama doet zo anders
Voor kinderen waarvan een van de ouders een beroerte heeft gehad. Uitleg en creatief therapeutische werkvormen.Mama doet zo anders
Voor kinderen waarvan een van de ouders een beroerte heeft gehad. Uitleg en creatief therapeutische werkvormen.Samenvatting
In dit praktijkonderzoek wordt onderzocht of de methodiek die gehanteerd wordt in een zelfgeschreven boekje geschikt is. Het boekje is geschreven voor de minor ‘Beroepsmatig omgaan met rouw- en verliessituaties’.
Uit vooronderzoek in de literatuur is voor mij naar voren gekomen dat er vaak gebrekkige informatie aan kinderen wordt gegeven, als één van hun ouders een beroerte heeft gehad. In het boek ‘Leven na een beroerte’ van J. Palm staat dat uit onderzoek blijkt dat het heel belangrijk is dat kinderen goede voorlichting krijgen over wat er met hun ouders aan de hand is. Vaak horen ze dit enkel van hun ‘gezonde’ ouder en is deze informatie te gebrekkig.
Voor acceptatie en begin van verwerking van het verlies wat een beroerte met zich mee kan brengen, is het voor kinderen allereerst van belang om te begrijpen wat er is gebeurd. Zonder deze informatie kunnen ze niet beginnen met het verwerken van het verlies.
Voor mijn minor ‘Beroepsmatig omgaan met rouw- en verliessituaties’ moest ik een product ontwerpen. Ik heb contact gezocht met Stichting Heliomare (Stichting die begeleiding geeft aan mensen met een beperking). Ik heb hen gevraagd of zij beeldende therapie bieden aan gezinnen waarvan één van de ouders een beroerte heeft gehad. Zij schreven mij dat ze helemaal geen beeldende therapie gaven, wel activiteitenbegeleiding. Daarnaast vonden ze het een goed idee om hierin te specialiseren.
Op zoek naar meer informatie voor kinderen over beroertes, vond ik twee folders van De Nederlandse CVA-Vereniging Samen Verder. Deze geven uitleg aan kinderen over beroertes. Dit is het enige dat ik op dit gebied kon vinden.
Met al deze informatie heb ik een boekje geschreven voor kinderen van 7 t/m 11 jaar, waarvan één van de ouders een beroerte heeft gehad. Hierin staat uitleg over wat een beroerte is en wordt er beschreven door welke fases er wordt gegaan als iemand en beroerte heeft gehad (ziekenhuisopname, revalidatie, etc.). Bij elk hoofdstuk heb ik passende beeldende werkvormen beschreven, die het kind kunnen helpen bij beginnende acceptatie van de situatie. Deze werkvormen doen ze alleen en samen met hun ouders.
Om dit boekje uiteindelijk op de markt te kunnen brengen was het nodig om verder onderzoek te doen naar de gehanteerde methodiek en of er verdere behoefte aan het boekje is.
In dit onderzoek heb ik beeldend therapeuten, ervaringsdeskundigen, kinderen en specialisten op het gebied van niet aangeboren hersenletsel gevraagd naar hun kennis over het onderwerp en wat zij van de gehanteerde methodiek in het boekje vinden. In het onderzoek wordt antwoord gegeven op deze hoofdvraag. Daarnaast staat er veel extra informatie in over de behoeftes in het werkveld en kennis van beeldend therapeuten over het werken met kinderen.
(English resume)
In this research paper I do research about if the method I use in a self-written book is suitable. I wrote this book for my minor ‘Professionally deal with grief and loss situations’.
Literature studies I did showed me that often there’s a lack of information given to children, when one of their parents have had a stroke. In the book "Life After Stroke" by J. Palm it says that research shows that it is very important that children get good information about what is going on with their parents. They often only get information from the 'healthy' parent and this information is most of the time not correct or complete.
Acceptance and early treatment of the loss and changes a stroke may entail. It is most important for children to understand what happened. Without this information, they can not begin to deal with the loss that comes with the situation.
For my minor 'Professionally deal with grief and loss situations' I had to design a product. I have contacted Heliomare Foundation (a foundation that gives guidance to people with brain damage). I asked them if they offer art therapy to families in which one parent has had a stroke. They wrote me that they gave no art therapy, or occupational therapy. They also thought it was a good idea to specialize in this.
Looking for more information for children about strokes, I found two leaflets of the Dutch Association of stroke. These explain to children what strokes are. This is the only thing I could find for children about this subject.
With all this information I have written a book for children from seven till eleven years, which have a parent that suffered from a stroke. In this book I explain what a stroke is and what through which stages a family usually goes when a parent suffers from a stroke (hospitalization, rehabilitation, etc.).
Every chapter also contains an art therapy exercise that can help the child with the acceptance of the new situation they are in. Some of these therapeutic exercises the child can do alone, some are done together with the parents.
To bring this book finally on the market, it was necessary to do further research into the method used and whether professionals are in need of a book like this.
In this study, I did interviews with art therapists, experts, children and specialists in the field of non-congenital brain damage about their knowledge on the subject and what they think of the method used in the booklet. An answer will be given to this key question in this paper. In addition, there are a lot of additional information about the needs in the field and knowledge of art therapists about working with children.
Organisatie | Hogeschool Utrecht |
Opleiding | Creatieve Therapie |
Afdeling | Instituut Social Work |
Jaar | 2013 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |