Een literatuurstudie naar de postoperatieve revalidatieprotocollen na een flexorpeesletsel in zone II
Een literatuurstudie naar de postoperatieve revalidatieprotocollen na een flexorpeesletsel in zone II
Samenvatting
Vraagstelling - "Wat is het effect van het gemodificeerde Kleinert protocol en het Early Active protocol in het postoperatieve traject van patiënten tussen de dertien en 60 jaar na het herstel van flexorpeesletsel in zone II op de uitkomst in ruptuur percentage en actieve flexie?" Doel - Dit literatuuronderzoek heeft als doel om te onderzoeken wat er de laatste tien jaar wordt beschreven over het postoperatieve traject na een flexorpeesletsel in zone II. Hierbij wordt het Early Active protocol uitgelicht, dat de laatste jaren zijn opmars maakt bij handtherapeuten. Tevens wordt het gemodificeerde Kleinert protocol, dat de laatste 25 jaar effectief blijkt te zijn, uitgelicht. Materiaal en methode - Voor deze literatuurstudie is er gezocht naar literatuur in verschillende data banken. Beoordeling van de methodologische kwaliteit is gedaan door middel van de vragenlijsten uitgegeven door het CBO welke zich richten op: Systematic Review van Observationele studies, Cohort studies en RCT. Tevens zijn de artikelen beoordeeld door middel van de level of evidence van het CBO. Resultaten - De zoekactie naar literatuur leverde 144 hits op. Na het toepassen van de inclusie- en exclusiecriteria bleken er tien artikelen geschikt voor deze literatuurstudie. Alle geïncludeerde artikelen hebben een CBO score ≥6 wat overeenkomt met een goede methodologische kwaliteit. Het Early Active protocol en het gemodificeerde Kleinert protocol behaalde beide een hoge excellent-good score op de beoordelingssystemen volgens het originele en gemodificeerde Strickland systeem. Het gemiddelde ruptuurpercentage voor het Early Active protocol en het gemodificeerde Kleinert protocol is respectievelijk 3,9% en 5,0%. Conclusie - Uit de resultaten is af te leiden dat er voor het gebruik van het gemodificeerde Kleinert protocol na een geïsoleerd flexorpeesletsel in zone II sterk bewijs bestaat dat het resulteert in acceptabele actieve flexie ofwel Total Active Motion (TAM) scores. Er is conflicterend bewijs aanwezig voor het gebruik van het gemodificeerde Kleinert protocol als het gaat om het ruptuurpercentage. Voor de toepassing van het Early Active protocol na een geïsoleerd flexorpeesletsel in zone II bestaat gematigd bewijs dat het zorgt voor een laag ruptuurpercentage. Er bestaat sterk bewijs voor het gebruik van het Early Active protocol voor goede actieve flexie scores.
Keywords: Flexor Tendon Injury; Hand; Zone II; Rehabilitation; Modified Kleinert protocol; Early Active Protocol; rupture rate; Total Active Motion; Controlled Mobilisation
Organisatie | Hogeschool Utrecht |
Opleiding | Fysiotherapie |
Afdeling | Bewegingsstudies |
Jaar | 2012 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |