Lezen, lezen, lezen!
Achtergrond en Evaluatie van het LeesInterventie-project voor Scholen met een Totaalaanpak (LIST)Lezen, lezen, lezen!
Achtergrond en Evaluatie van het LeesInterventie-project voor Scholen met een Totaalaanpak (LIST)Samenvatting
Moet ons leesonderwijs ons zorgen maken?
Er is sprake van een dalende trend in gemiddelde leesvaardigheid van onze leerlingen.
Het percentage laaggeletterden in Nederland daalt niet: ruim 14 procent van de vijftien
jarigen is onvoldoende leesvaardig om het onderwijs op de middelbare school goed te
kunnen volgen. Op het gebied van leesmotivatie vallen de scores van onze leerlingen in
internationale context negatief op.
Onze kinderen hebben dus in toenemende mate moeite met lezen en vinden lezen ook niet
leuk. En dat terwijl we allemaal weten dat je alleen maar goed leert lezen door veel te lezen.
En veel lezen doe je alleen maar wanneer je gemotiveerd bent om een boek te pakken.
In ons onderwijs is er echter nauwelijks aandacht voor de rol van motivatie bij het leren
lezen. In plaats daarvan wordt heel veel aandacht geschonken aan de technische aspecten
van het leren lezen. Ook kan geconstateerd worden dat veel activiteiten uit de beschikbare
methodes niet bijdragen aan het leesproces zelf. In veel methodes voor aanvankelijk
lezen zijn in de werkboekjes veel taken opgenomen die niet leiden tot het leren lezen. Ze
kosten wel leertijd en kinderen komen dan pas later dan strikt noodzakelijk is toe aan de
motiverende ervaring van het echte lezen in boekjes. In de voortgezet leesmethodes gaat
veel aandacht uit naar het lezen van losse woordrijtjes. Dit gaat ten koste van waar het bij
vloeiend lezen om gaat: het lezen van tekst. Zwakke lezers komen hier nauwelijks aan toe.
In het LIST-project is een andere koers ingeslagen door te werken vanuit het
betrokkenheidperspectief van het lezen. Bij het voorbereidend en aanvankelijk lezen wordt
gezorgd voor dagelijks terugkerende instructieblokken waarin van begin af aan aandacht
is voor een scala aan activiteiten die betrekking hebben op lezen én schrijven in een
functionele context.
Bij aanvankelijk lezen wordt gewerkt met een programma waarin naast instructie van letters
en leeshandeling, van het begin af aan functionele en motiverende lees- en schrijfactiviteiten
onderdeel uitmaken. Uit de methode wordt alleen gebruikt wat ten dienste staat van het leren
lezen. Vloeiend lezen wordt in het project bereikt door de leerlingen veel leeftijdsadequate
boeken te laten lezen. Er wordt dus geen methode gebruikt. Deze boeken worden door de
kinderen zelf gekozen. Leerkrachten ondersteunen de kinderen bij dit keuzeproces en bij
het ontwikkelen van de eigen leesvoorkeur.
Het resultaat is, dat aan het eind van de basisschool minder dan 1 procent van de kinderen
met een onvoldoende leesniveau de school verlaat.
Organisatie | Hogeschool Utrecht |
Afdeling | Kenniscentrum Leren en Innoveren |
Jaar | 2012 |
Type | Rapport |
ISBN | 978-90-71909-10-8 |
Taal | Nederlands |