Wat is het effect van de toevoeging van krachttraining van de heupmusculatuur op de spierkracht en pijnbeleving van vrouwelijke patiënten met het patellofemoraal pijnsyndroom in vergelijking met alleen spierkrachttraining van de knie-extensoren?
Wat is het effect van de toevoeging van krachttraining van de heupmusculatuur op de spierkracht en pijnbeleving van vrouwelijke patiënten met het patellofemoraal pijnsyndroom in vergelijking met alleen spierkrachttraining van de knie-extensoren?
Samenvatting
Inleiding
In dit case report wordt het onderzoek beschreven van een 11-jarig meisje met een transtibiale amputatie. Deze bestaat uit het bepalen en vergelijken van de loopsnelheid van de patiënte met de loopsnelheid van een gezonde proefpersoon. Tevens vindt een vergelijking met de beschikbare gegevens uit de literatuur plaats.
Doel
Vaststellen welke invloed een onderbeenprothese heeft op de loopsnelheid.
Methode
Tijdmeting met behulp van een stopwatch over een afstand van 10 meter op een vlakke ondergrond. Vervolgens wordt de loopsnelheid vastgesteld in ms-1. De meting wordt vijfmaal herhaald.
Resultaten
Bij de patiënte met prothese bedraagt de gemiddelde loopsnelheid van de 5 metingen 0,83 ms-1 met een standaardafwijking van 0,02 ms-1. De gemiddelde loopsnelheid van de gezonde proefpersoon bedraagt 1,25 ms-1, met standaardafwijking van 0,03 ms-1.
Conclusie
De patiënte met een prothese loopt met een lagere snelheid dan de gezonde proefpersoon. Het verschil bedraagt gemiddeld 0,42 ms-1 (33,6%). De resultaten uit dit onderzoek worden door de literatuur niet ondersteund. Hierin wordt beschreven dat kinderen met een transtibiale amputatie met prothese met vergelijkbare snelheid lopen als kinderen zonder amputatie.
Organisatie | Hogeschool Utrecht |
Opleiding | Fysiotherapie |
Afdeling | Bewegingsstudies |
Jaar | 2011 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |