Autologe chondrocyten implantatie versus microfractuur bij kraakbeendefect van het femurcondyl bij sporters.
Autologe chondrocyten implantatie versus microfractuur bij kraakbeendefect van het femurcondyl bij sporters.
Samenvatting
Achtergrond: Beschadigd gewrichtskraakbeen heeft niet het vermogen zich spontaan te herstellen. Dit
kan leiden tot vroegtijdige artritis of artrose. Kraakbeenbeschadigingen komen frequent voor, sport is in
veel gevallen de oorzaak. Er zijn verschillende methodes om het gewrichtskraakbeendefect te
behandelen, waarvan de Autologe Chondrocyten Implantatie en de Microfractuur de twee meest
gebruikte methodes zijn.
Vraagstelling: Is behandeling met Autologe Chondrocyten Implantatie te verkiezen boven een
Microfractuur behandeling bij een kraakbeendefect van het femurcondyl bij sporters?
Methode: Via Pubmed is gezocht naar literatuur. Voor dit literatuuronderzoek zijn drie RCTs gebruikt. Alle
drie de artikelen hadden een PEDro-score van 6/10. De overig gebruikte literatuur had een Level Of
Evidence van 1 tot 4.
Resultaten: Het zoeken naar literatuur op Pubmed gaf in totaal 104 hits waarvan 21 onderzoeken zijn
geselecteerd voor dit literatuuronderzoek. De literatuur laat positieve resultaten zien met betrekking tot
zowel de Autologe Chondrocyten Implantatie als de microfractuur. Factoren als leeftijd, duur van
symptomen en voorafgaande operaties hebben invloed op herstel voor zowel de Autologe Chondrocyten
Implantatie en de Microfractuur. De kans op gunstig herstel bij een groot defect is bij de Autologe
Chondrocyten Implantatie het grootst. De Microfractuur methode zal niet de definitieve behandeling zijn
voor sporters met een kraakbeendefect op het femurcondyl.
Conclusie: De Autologe Chondrocyten Implantatie is te verkiezen boven de Microfractuur methode bij
sporters met een groot kraakbeendefect op het femurcondyl.
Aanbevelingen : Nader onderzoek is nodig om duidelijkheid te creëren over de invloed van het
revalidatietraject op herstel, defectgrote en kwaliteit van leven. Daarnaast zijn gerandomiseerde
onderzoeken wenselijk die beide methodes bij sporters met elkaar vergelijken.
Organisatie | Hogeschool Utrecht |
Opleiding | Fysiotherapie |
Afdeling | Bewegingsstudies |
Jaar | 2008 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |