Detectie van het Respiratoir Syncytieel Virus extracellulair en intracellulair bij muis en humane dendritische cellen.
Detectie van het Respiratoir Syncytieel Virus extracellulair en intracellulair bij muis en humane dendritische cellen.
Samenvatting
Het Respiratoir Syncytieel Virus (RSV) induceert celfusie en syncytia formatie in cel celculturen. RSV is de belangrijkste oorzaak van luchtweginfecties bij jonge kinderen en de voornaamste verwekker van bronchiolitis. Bronchiolitis is een acuut verkregen perifere luchtwegobstructie met crepitaties, veroorzaakt door slijm en vocht. Bijna ieder kind maakt de infectie op zeer jonge leeftijd door. RSV infecties zijn seizoensgebonden en vinden voornamelijk in de winter plaats. Ongeveer de helft van de patiënten die een RSV bronchiolitis hebben ontwikkeld, hebben nog restverschijnselen in de vorm van luchtweghyperreactiviteit en een gestoorde longfunctie als tiener.
RSV infecteert het luchtwegepitheel en hierin ontstaan de syncytia. Onder het luchtwegepitheel bevinden zich dendritische cellen. De dendritische cel zou, door zijn ligging, de eerste antigeen presenterende cel zijn die in aanraking komt met RSV. De dendritische cel heeft een centrale rol in het immuunsysteem. Door de uitscheiding van bepaalde cytokines regelt hij het T-helper 1 (Th1) en T-helper 2 (Th2) milieu. Het verloop van een Th1 immuunreactie is mild, terwijl het verloop van een Th2 immuunreactie ernstige bijverschijnselen veroorzaakt.
In deze studie wordt onderzoek gedaan naar RSV detectie in muis en humane dendritische cellen en in hep2 cellen. Door middel van extracellulaire en intracellulaire fluorescentie flowcytometrie kleuring wordt gekeken naar de binding, entree en replicatie van het virus.
De cellen geïnfecteerd met RSV zijn 2h na infectie gewassen. De intensiteit van α-RSV-FITC extracellulair bij hep2 cellen is verhoogd. RSV bindt aan het celmembraan. De intensiteit van α-RSV-FITC intracellulair bij hep2 cellen is verhoogd tot 24h. In hep2 cellen vindt replicatie plaats van RSV. De intensiteit van α-RSV-FITC intracellulair bij muis DCs is licht verhoogd. Intracellulair vindt bij DCs een afname van α-RSV-FITC intensiteit plaats. In muis DCs vindt geen replicatie plaats van RSV, deze cellen zijn ook minder vatbaar voor RSV. Andere studies wijzen uit, dat replicatie wel plaats vindt in humane DCs.
Organisatie | Hogeschool Utrecht |
Opleiding | Biologie en Medisch Laboratorium Onderzoek |
Afdeling | Life Sciences en Chemistry |
Partner | Rijks Instituut voor Volksgezondheid en Milieu |
Jaar | 2007 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |