Het recht van een verdachte om een raadsman aanwezig te hebben gedurende het politieverhoor
Het recht van een verdachte om een raadsman aanwezig te hebben gedurende het politieverhoor
Samenvatting
Op 13 februari 2014 presenteerden Opstelten en Teeven, de toenmalige bewindslieden van het Ministerie van Veiligheid en Justitie de wettelijke maatregelen die het recht op rechtsbijstand voorafgaand aan en tijdens het politieverhoor beogen te regelen. Dat de raadsman aanwezig mag zijn bij het politieverhoor is echter geen geheel nieuw verschijnsel. Het is immers niet de eerste keer dat het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) zich buigt over deze kwestie en zich daarover uitlaat. De door de toenmalige bewindslieden gepresenteerde wettelijke maatregelen zijn een direct gevolg van de ‘Salduz-rechtspraak’, voortvloeiend uit het Salduz-arrest van het EHRM en de mede als gevolg daarvan op gang gekomen ontwikkeling binnen de Europese Unie richting een uniforme regeling van het recht op rechtsbijstand voorafgaand aan en tijdens het politieverhoor. Deze laatste ontwikkeling heeft op 22 oktober 2013 geresulteerd in de totstandkoming van Richtlijn 2013/48/EU.
Wat met de implementatie van Richtlijn 2013/48/EU betreffende de verruiming van de rechten van verdachten ten aanzien van de consultatie- en verhoorbijstand gaat veranderen, is voor Jonkers Jadib Advocatuur lastig in te schatten. Om die reden is er in kaart gebracht welke uitspraken van het EHRM impact hebben gehad op dat recht, zodat er een totaalbeeld van het juridisch kader kon worden geschetst. Dit juridisch kader bevat onder andere een jurisprudentieoverzicht met daarin de overweging van het EHRM in bepaalde zaken en welke veranderingen de implementatie van Richtlijn 2013/48/EU met zich meebrengt. De advocaten aangesloten bij Jonkers Jadib Advocatuur kunnen vervolgens besluiten hun verweren hierop aan te passen.
Door middel van het toepassen van wetsanalyse en literatuuronderzoek is in kaart gebracht wat het huidige strafrechtstelsel in Nederland behelst rondom het politieverhoor en welke veranderingen er gepaard gaan met de invoering van Richtlijn 2013/48/EU. Door middel van jurisprudentieonderzoek is van verschillende zaken, afkomstig van het EHRM, in kaart gebracht wat de kern van deze zaken zijn en welke overwegingen daaraan verbonden zijn.
De vraag die centraal staat tijdens dit onderzoek luidt als volgt: Welk juridisch overzicht kan er voor Jonkers Jadib Advocatuur worden geschetst ten aanzien van het recht van een verdachte om een raadsman bij het politieverhoor aanwezig te hebben, rekening houdend met Richtlijn 2013/48/EU en jurisprudentie afkomstig van het EHRM, waarbij de zaak Salduz-Turkije als startpunt zal gelden, opdat personen werkzaam bij Jonkers Jadib Advocatuur dit overzicht kunnen raadplegen in verband met het uitvoeren van de rechtspraktijk?
Al met al kan uit de jurisprudentie afgeleid worden dat het EHRM van oordeel is dat wanneer een verdachte niet de mogelijkheid wordt geboden om voorafgaand aan en gedurende het politieverhoor bij te worden gestaan door een raadsman, dit een schending oplevert van artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Om dit recht voor eenieder vast te leggen in de wet, kwamen het Europees Parlement en de Raad op 22 oktober 2013 met Richtlijn 2013/48/EU. Deze nieuwe richtlijn brengt een aantal veranderingen met zich mee. Richtlijn 2013/48/EU stelt minimumvoorschriften voor het doen van afstand van het recht op rechtsbijstand, regelt het recht van een verdachte om een raadsman voorafgaand aan en tijdens het politieverhoor aanwezig te hebben, regelt de communicatie tussen de verdachte en de raadsman en geeft de raadsman een aantal mogelijkheden om het recht op rechtsbijstand zo effectief mogelijk te laten verlopen.
Organisatie | Hogeschool Leiden |
Opleiding | HBO-Rechten |
Afdeling | Faculteit M&B |
Partner | Jonkers Jadib Advocatuur |
Datum | 2016-02-10 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |