VOG en Reclassering Nederland
Een onderzoek naar de rol van reclasseringswerkers met betrekking tot de VOG - procedureVOG en Reclassering Nederland
Een onderzoek naar de rol van reclasseringswerkers met betrekking tot de VOG - procedureSamenvatting
Op 4 juni 2014 heeft het Ministerie van Veiligheid en Justitie een algemeen overleg gehouden naar aanleiding van de ontwikkelingen ten aanzien van de Verklaring Omtrent het Gedrag (hierna te noemen: VOG). De aanvrager van een VOG is zelf verantwoordelijk voor het aanleveren van relevante informatie. Als de aanvrager onder toezicht staat van Reclassering Nederland, dan kan de reclasseringswerker een ondersteunende rol innemen ten aanzien van de afgifte van een VOG, mits dit in positieve zin kan bijdragen. Uit het algemeen overleg is gebleken dat Reclassering Nederland aan Justis, die de VOG-screening uitvoert, informatie kan aanleveren ten aanzien van deze cliënten. Als er een voornemen tot afwijzen van de VOG is gegeven kan de reclasseringswerker, met het oog op maatwerk, een onderbouwde inschatting (in de vorm van een ondersteunende brief) geven van de recidivekans van de cliënt. Echter, na deze toezegging van staatssecretaris Dijkhoff, kampt Reclassering Nederland met onduidelijkheden betreffende deze informatieverschaffing. De vraag is of de reclasseringswerkers op de hoogte zijn van deze toezegging, hoe zij handelen als hun cliënt een VOG moet aanvragen en in hoeverre zij een proactieve rol willen en kunnen innemen ten aanzien van de VOG - procedure.
Dit afstudeeronderzoek is gebaseerd op interviews met reclasseringswerkers en een beleidsmedewerker van Reclassering Nederland die in hun werk te maken (kunnen) krijgen met VOG – procedures van cliënten. Er vonden acht interviews plaats in de periode april 2016 t/m mei 2016 met zeven toezichthouders (reclasseringswerkers) en één beleidsmedewerker van het Landelijk Kantoor van Reclassering Nederland. De voorbeelden en citaten in dit rapport hebben betrekking op ervaringen en opvattingen tussen 2013 en 2016. In dit rapport gaat het om de percepties van de geïnterviewden; hun beleving, ervaringen en opvattingen worden weergegeven. Naast interviews, is dit onderzoek gebaseerd op dossieronderzoek (ondersteunende brieven en rapportages t.b.v. ‘voornemen tot afwijzing’ VOG) en deskresearch (o.a. de Beleidsregels VOG 2013). Hieronder volgen de meest opvallende waarnemingen:
- Alle geïnterviewde reclasseringswerkers geven aan dat zij de VOG als instrument goed vinden maar dat de regelgeving en uitvoering daarvan naar hun mening streng en star is.
- Vier reclasseringswerkers ervaren dat de regelgeving soms ‘te ver doorslaat’ en dat cliënten geen tweede kans meer krijgen in de samenleving.
- Drie reclasseringswerkers ervaren de VOG als obstakel of belemmerende stempel die de maatschappij op cliënten plakt.
- Alle reclasseringswerkers zijn op de hoogte waren van de ondersteunende rol die zij kunnen innemen voor hun cliënt t.a.v. de VOG-procedure. Gebleken is dat zij allen wisten dat zij na het ‘voornemen tot afwijzing’ van een VOG een ondersteunende brief kunnen schrijven.
- Zes reclasseringswerkers geven aan dat zij een of andere vorm van dilemma ervaren in het opstellen van een ondersteunende brief. Dit kan zijn omdat zij niet weten wat er verwacht wordt van een dergelijke brief, hoeveel waarde het COVOG daaraan hecht of omdat zij bijvoorbeeld moeite hebben met het inschatten van de recidiverisico’s.
- Alle geïnterviewde reclasseringswerkers zijn van mening dat de ondersteunende rol onderdeel is van hun taak als toezichthouder en vinden het daarbij belangrijk dat er maatwerk geleverd wordt. Zij zullen bereid zijn om een dergelijke brief op te stellen, waarvan vier reclasseringswerkers aangeven dat zij dat enkel doen als zij weten dat de brief een toegevoegde waarde heeft aan de beoordeling van een VOG of omdat zij ervan overtuigd zijn dat het recidiverisico laag is.
- Zes reclasseringswerkers zijn van mening dat het terecht is dat de cliënten zelf het initiatief moeten nemen om de toezichthouder te verzoeken een ondersteunende brief te schrijven.
- Alle reclasseringswerkers nemen een actieve rol in ten aanzien van het begeleiden van de cliënt naar een zinvolle dagbesteding ten behoeve van het verlagen van het recidiverisico.
- Maar één reclasseringswerker geeft voorafgaand aan het toezicht informatie over de VOG aan de cliënt.
Door het interviewen van een beleidsmedewerker van het Landelijk Kantoor is verduidelijkt wat Reclassering Nederland wenselijk acht in de werkwijze van reclasseringswerkers betreffende de VOG – procedure. Een opvallende waarneming is dat er volgens de beleidsmedewerker meer mogelijk is in de ondersteunende rol die reclasseringswerkers kunnen innemen dan in eerste instantie gedacht wordt. Binnen het beleid van Reclassering Nederland zijn ontwikkelingen met betrekking tot de VOG gaande, zoals het organiseren van een feedbackloop met Justis.
Het doel is dat reclasseringswerkers en het beleid van Reclassering Nederland een proactieve rol innemen ten aanzien van de VOG – procedure van cliënten. Om die proactieve rol te bevorderen zouden reclasseringswerkers hun cliënten eerder moeten informeren over de mogelijkheden van een ondersteunende rol. Om de reclasseringswerkers daarin bij te staan dient de informatievoorziening van Reclasseringswerkers verbetert te worden. In hoofdstuk 6 is uitgewerkt hoe dit gerealiseerd kan worden aan de hand van aanbevelingen. Tot slot is er een folder ontwikkeld die reclasseringswerkers en cliënten duidelijkheid moet geven over de mogelijkheden rond een VOG – procedure.
Organisatie | Hogeschool Leiden |
Opleiding | Sociaal-Juridische Dienstverlening |
Afdeling | Faculteit M&B |
Partner | Reclassering Nederland |
Datum | 2016-07-27 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |