De transitievergoeding bij een ontbindingsverzoek op de e-grond
Onderzoek naar het wel of niet toekennen van een transitievergoeding bij het ernstig verwijtbaar handelen van een werknemerDe transitievergoeding bij een ontbindingsverzoek op de e-grond
Onderzoek naar het wel of niet toekennen van een transitievergoeding bij het ernstig verwijtbaar handelen van een werknemerSamenvatting
Het doel van dit onderzoek is een antwoord op de vraag wanneer feitenrechters bij ontbinding op grond van artikel 7:669 lid 3 sub e BW al dan niet een transitievergoeding toekennen. Vanaf 1 juli 2015 is het ontslagrecht gewijzigd door de invoering van de Wet Werk en Zekerheid. Eén van de wijzigingen is dat de transitievergoeding is geïntroduceerd. Op grond van artikel 7:673 lid 1 Burgerlijk Wetboek heeft een werknemer recht op een transitievergoeding wanneer een arbeidsovereenkomst door of vanwege de werkgever, wordt beëindigd. Wanneer een werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld vervalt het recht op een transitievergoeding, op grond van artikel 7:673 lid 7 sub c BW. Echter, de kantonrechter kan wanneer het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is om geen transitievergoeding toe te kennen, deze toch geheel of gedeeltelijk toekennen aan een werknemer op grond van lid 8 van artikel 7:673 BW. De definitie van het begrip ‘ernstig verwijtbaar’ handelen is moeilijk vast te stellen.
Organisatie | Hogeschool Leiden |
Opleiding | HBO-Rechten |
Afdeling | Faculteit M&B |
Partner | Uittenbogaart advocatuur |
Datum | 2022-06-15 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |