Samenvatting

Sinds 1 juli 2015 is er in Nederland nieuw ontslagrecht van kracht. In dit nieuwe ontslagrecht is de billijke vergoeding geïntroduceerd, waar iemand aanspraak op kan maken als het dienstverband beëindigd is naar aanleiding van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever of de werknemer. Hoe de hoogte van de billijke vergoeding bepaald moet worden is al jaren onduidelijk, omdat de wet en de wetsgeschiedenis hier enkel over zeggen dat gekeken moet worden naar de omstandigheden van het geval. In 2017 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in de Hairstyle-beschikking (ECLI:NL:HR:2017:1187). In deze beschikking worden aan de feitenrechters (nieuwe) handvatten gegeven om de hoogte van de billijke vergoeding mee te bepalen. Hoe deze handvatten gebruikt worden, is in dit onderzoeksrapport onderzocht.
Dit onderzoek heeft zich beperkt tot de situaties waarin rechters billijke vergoedingen toekennen aan werknemers. Het doel van dit onderzoek is antwoord vinden op de vraag wat de opdrachtgever zijn cliënten kan adviseren over de hoogte van een verzoek om een billijke vergoeding na de Hairstyle-beschikking, blijkens wet- en regelgeving en jurisprudentieonderzoek.