De afasiepatiënt als waardevolle informatiebron: een kwalitatief onderzoek naar hoe patiënten met afasie de communicatie met zorgprofessionals ervaren
De afasiepatiënt als waardevolle informatiebron: een kwalitatief onderzoek naar hoe patiënten met afasie de communicatie met zorgprofessionals ervaren
Samenvatting
Inleiding
Afasie is een verworven taalstoornis ten gevolge van plotseling optredend hersenletsel dat is ontstaan nadat de taal verworven is. Afasie bemoeilijkt de communicatie tussen de patiënt en de zorgprofessional. De aanwezigheid van de afasie verstoort de productiviteit én effectiviteit van de zorg. Het bieden van hoogwaardige (gezondheids-)zorg vereist immers effectieve communicatie tussen zorgverleners en patiënten. Er zijn educatieve mogelijkheden voor zorgprofessionals om effectief te leren communiceren met patiënten met communicatieve beperkingen. Bekend is dat dergelijke communicatiepartnertrainingen en ondersteunde gespreksvaardigheden de zorgprofessionals beter in staat stellen om te communiceren met personen met afasie. Echter, effectieve communicatie tussen zorgprofessionals en patiënten vereist een tweerichtingsproces waarbij beide gesprekspartners zich verantwoordelijk voelen voor het slagen van de communicatie. Het is dus niet enkel van belang om inzicht te hebben in hoe zorgprofessionals de communicatie met personen met afasie ervaren, ook is het belangrijk hoe de communicatie vanuit het perspectief van de persoon met afasie ervaren wordt. Dit onderzoek heeft als doel om vanuit het perspectief van de afasiepatiënt de communicatie met zorgprofessionals inzichtelijk te maken. De ervaringen van de afasiepatiënt zijn van belang om patiëntgerichte én kwalitatief hoge zorg te kunnen leveren.
Methode
Dit onderzoek betreft een beschrijvend kwalitatief onderzoek, waarbij data is verzameld aan de hand van semigestructureerde interviews bij vier (oud) cliënten met afasie. Gedurende het semigestructureerde interview, gebaseerd op de inhoud van Training Con-tAct en Meting Con-tAct, zijn de ervaringen van de cliënten met afasie uitgevraagd betreffende de communicatie met én de communicatieve vaardigheden van zorgprofessionals. Alvorens de interviews zijn afgenomen is er middels het bekijken van video-opnames van de participanten in conversatie met een zorgprofessional een beeld verkregen van het communicatief functioneren van de participant. Hier is bij het interview rekening mee gehouden. De resultaten zijn getranscribeerd en aan de hand van een startlijst gecodeerd en geanalyseerd.
Resultaten
Alle respondenten geven hun ervaringen met betrekking tot de communicatieve vaardigheden van de zorgprofessionals, gericht op ‘erkennen’, ‘ondersteunen’ en ‘checken’. De afasiepatiënten zijn tevreden over de communicatie met en de communicatieve vaardigheden van de zorgprofessionals binnen ### vanwege de vertrouwelijke aard verwijderd ###. Met name het ‘tijd nemen’, ‘schrijven ter ondersteuning' en ‘een luisterende attitude’ maken dat zij prettige ervaringen hebben. Echter, de ervaringen zijn uiteenlopend en individueel bepaald. Ook de ervaringen per discipline verschillen. De respondenten geven allen aan de communicatie met de logopedist en/of ergotherapeut als prettigst te hebben ervaren. Het is belangrijk dat de communicatie op het individu wordt afgestemd, waarbij de inhoud van Training Con-tAct als leidraad gezien kan worden, maar niet per se leidend is.
Conclusie
De ervaringen van de cliënten zijn persoonlijk. Ook de communicatiebehoeften van iedere cliënt zijn uniek. Het kunnen inschatten wat iedere cliënt nodig heeft is een taak van de zorgprofessional en maakt dat een cliënt positieve ervaringen heeft. De ervaringen van de cliënten met de communicatie met zorgprofessionals zijn positief. Met name de technieken behorende bij ‘ondersteunen’ en ‘erkennen’ worden door de cliënten als zeer prettig ervaren. Negatieve ervaringen zijn gericht op het gebrek aan ondersteuning en onvoldoende passende spreektoonhoogte door de zorgprofessional. Ook de band met de zorgprofessional is bepalend voor de ervaringen betreffende de communicatie. Voornamelijk het openstaan voor een praatje buiten de behandeling om en de ruimte om grapjes te maken ervaren de cliënten als fijn (passend bij de communicatieve vaardigheid ‘erkennen’).
Organisatie | Hogeschool Rotterdam |
Opleiding | Logopedie |
Afdeling | IVG |
Datum | 2020-06-26 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |