Fysisch-chemische kenmerken; een methodiek om natuurdoeltypen te koppelen aan plangebieden
effectief selecteren van passende natuurdoeltypen op basis van de kenmerken van het plangebiedFysisch-chemische kenmerken; een methodiek om natuurdoeltypen te koppelen aan plangebieden
effectief selecteren van passende natuurdoeltypen op basis van de kenmerken van het plangebiedSamenvatting
Dit rapport onderzoekt een methode om natuurdoeltypen te koppelen aan plangebieden op basis van gebiedskenmerken. Er is een groeiende vraag naar de realisatie van natuurdoeltypen, onder andere door de naderende deadline van de kaderrichtlijn water. Om de Nederlandse wateren ecologisch gezond en chemisch goed te krijgen, wordt er vaker natuur aangelegd langs rivieren. Om effectief natuur te ontwikkelen worden natuurdoeltypen gebruikt. Deze verzamelingen van soorten vereenvoudigd het proces van natuurontwikkeling. De huidige methode waarmee natuurdoeltypen wordt voornamelijk uitgevoerd door ecologen en is zowel kwantitatief als kwalitatief, hierdoor kan het tijdrovend zijn en kunnen collega’s zonder ecologische achtergrond dit niet uitvoeren. Er is om de methode verder te vereenvoudigen een Excel tool gemaakt. Om de onderzochte methode te toetsen is er een cases studie uitgevoerd naar natuurgebied de Horde, een natuurgebied langs de getijde Lek.
In de studie is kwalitatief onderzoek gedaan naar de verschillende vormen van beleid en de bijbehorende kenmerken, de rol van de KRW in natuurontwikkeling en de invloed van klimaatverandering op de Nederlandse natuur. Kwantitatief is onderzocht welke cijfers tot de kenmerken behoren, de factoren waarmee in de methode rekening kan worden gehouden met klimaatverandering en de gebiedskenmerken van het natuurgebied de Horde. Vervolgens is de huidige situatie van de natuurdoeltypen in de Horde vergeleken met de natuurdoeltypen die door de methode worden geadviseerd.
De uitkomst van het onderzoek is een methode en tool die het proces vereenvoudigen, zowel natura 2000 als Natuur Netwerk Nederland natuurdoeltypen filtert, uit te voeren is door niet-ecologen en sneller is dan de huidige methode. Het onderzoek wees uit dat er op basis van de vochttoestand (GVG, GLG en Droogtestress), zuurgraad, zoutgehalte, voedselrijkdom (totaal stikstof en fosfor in het grondwater) en de overstromingsfrequentie effectief een natuurdoeltype aan een plangebied kan worden gekoppeld. Vervolgens kan er een voorspelling voor de toekomst worden gedaan op basis van de verwachte verandering van deze kenmerken in het jaar 2100. De tool adviseert op basis van de ingevulde data welke natuurdoeltypen aansluiten op het gebied.
Op basis van de resultaten uit de case studie kan aangenomen worden dat deze methode werkt. De geadviseerde natuurdoeltypen komen voor 90% overeen met natuurdoeltype analysen en de huidige natuurdoeltypen in het gebied. De uitzondering is (N12.02) Kruiden- en faunarijk grasland dit komt door een andere redenering voor de overstromingsfrequentie.
Eventueel vervolgonderzoek kan zich richten op de natuurdoeltypen uit de KRW en op het gebruik maken van een model om het proces verder te vereenvoudigen. De belangrijkste beperking van het onderzoek is dat de effectiviteit van de tool en methode alleen is getest op één case studie. Het onderzoek had sterker geweest als dit op meerdere gebieden was getest.
Organisatie | Hogeschool Rotterdam |
Opleiding | Watermanagement |
Afdeling | IGO |
Partner | Antea Group Nederland |
Datum | 2024-07-01 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |