Thuis in taal vooraan: een onderzoek naar optimale aansluiting bij de behoeften van pedagogisch medewerkers van VVE-locaties om taalstimulering bij peuters te versterken
Thuis in taal vooraan: een onderzoek naar optimale aansluiting bij de behoeften van pedagogisch medewerkers van VVE-locaties om taalstimulering bij peuters te versterken
Samenvatting
In opdracht van het kenniscentrum Zorginnovatie van Hogeschool Rotterdam is onderzoek gedaan naar taalstimulering bij peuters – mogelijk met (een risico op) een taalachterstand – op VVE-locaties. Een project van dit kenniscentrum, ‘Met taal vooraan’, verzorgt trainingen aan pedagogisch medewerkers van VVE-locaties om hun interactievaardigheden te versterken en zo de taalontwikkeling van peuters te stimuleren. Dit project wil graag aansluiten bij de behoeften die pedagogisch medewerkers hebben. Daarom is middels een ontwerpgericht onderzoek onderzocht met welke kennis en handvatten de medewerkers van ‘Met taal vooraan’ hun training beter kunnen laten aansluiten bij de behoeften van pedagogisch medewerkers van VVE-locaties, gericht op het versterken van hun interactievaardigheden. Om data te verzamelen is participerend geobserveerd op een VVE-locatie, zijn onderdelen van de training van ‘Met taal vooraan’ bezocht en is geëvalueerd met de medewerkers van ‘Met taal vooraan’ en de pedagogisch medewerkers van de betrokken VVE-locatie. Uit het onderzoek blijkt dat pedagogisch medewerkers met name behoefte hebben aan het samen met een coach uitvoeren van taal stimulerende activiteiten, zodat een gelijkwaardige relatie ontstaat. Zij vinden het vervelend om door een coach op hun vingers gekeken te worden, omdat dit invloed heeft op hun handelen. Tijdens de participerende observaties op de betrokken VVE-locatie is bovenstaande manier van coachen – in het onderzoek ‘co-coaching’ – genoemd, uitgeprobeerd. Er is aangesloten bij activiteiten die de pedagogisch medewerkers met de peuters uitvoerden door mee te doen en hierin een voorbeeld te geven, zonder aan te geven hoe de pedagogisch medewerker dient te handelen. Hieruit blijkt dat de pedagogisch medewerkers het handelen geregeld overnemen en geen druk ervaren om te presteren. Door co-coaching worden zij zich bewust van taalstimulering en hun rol hierin. Daarnaast blijkt dat het opbouwen van een vertrouwensband bijdraagt aan laagdrempelig coachen. Voor het coachingsproces is het bevorderend om de pedagogisch medewerkers geregeld te betrekken en de co-coaching met hen te evalueren. Met bovenstaande manier van coachen kunnen zij in hun behoeften worden voorzien. Er wordt dan ook aanbevolen waar mogelijk co-coaching toe te passen binnen ‘Met taal vooraan’. Wegens gebrek aan tijd en financiële middelen blijkt het binnen de huidige training echter niet haalbaar co-coaching volledig toe te passen. Vervolgonderzoek zou daarom kunnen uitwijzen of co-coaching kan worden uitgevoerd door bijvoorbeeld studenten of door hbo’ers die werkzaam zijn op VVE-locaties.
Organisatie | Hogeschool Rotterdam |
Afdeling | ISO |
Datum | 2018-05-15 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |