Samenvatting

Door klimaatopwarming en optredende grondstofschaarste is het velen inmiddels wel duidelijk dat
we ons consumptiegedrag moeten veranderen. De doelen van de Rijksoverheid zijn helder: 50%
minder primair grondstofverbruik in 2030 en een volledig circulaire economie in 2050. Hoe deze
transitie gerealiseerd wordt en wat daarvoor nodig is, blijft een zoektocht. Om draagvlak voor
circulariteit te creëren en om beter gebruik te maken van dat wat beschikbaar is, is onderzoek
gedaan naar circulariteit en de daarbij behorende definities, uitgangspunten, meetmethoden en
praktijkvoorbeelden met als doel om op basis van de onderzoeksresultaten een methode te
destilleren en daarmee een strategische benaderingsmethode te bieden voor toekomstige
ontwerpvraagstukken.
Door de benaderingsmethode op een casus toe te passen, kan de invloed op het ontwerp worden
beschreven en de bruikbaarheid van deze methode worden bepaald. De casus betreft de
doorontwikkeling van een biobased woning naar circulair en remontabel en is specifiek gericht op
een kenmerkend detail. Met dit praktijkvoorbeeld wordt de vertaalslag op detailniveau aangetoond
en wordt beschreven hoe de biobased woning circulair en remontabel kan worden doorontwikkeld.

Hiermee wordt antwoord gegeven op de volgende hoofdvraag:
Wat is de invloed van circulaire ontwerpprincipes op de vertaalslag van de biobased woning van
DAAD naar circulair en remontabel?

De bevindingen uit de deelonderzoeken zijn samengevat in zes ontwerpstrategieën en vormen de
vertrekpunten voor een circulair ontwerpproces:
1. Minimalisatie van gebruikte materialen.
2. Remontabel ontwerpen.
3. Maximalisatie van de hoeveelheid hergebruikte materialen.
4. Maximalisatie van de hoeveelheid hernieuwbare (biobased) materialen.
5. Beschikbaarheid van informatie over materiaal, element en product.
6. Geen of minimale toxiciteit bij het ontwerp.