De Qwiek.up als interventie bij de geagiteerde of agressieve dementerende patiënt
De Qwiek.up als interventie bij de geagiteerde of agressieve dementerende patiënt
Samenvatting
Aanleiding: Agressie en agitatie doen zich voor op de psychogeriatrische (PG) afdelingen van de opdrachtgever van dit onderzoek, Zorg In Noord Nederland (ZINN). De zorg wordt bemoeilijkt door agitatie en agressie tijdens de ADL. Dit is belastend voor cliënt en zorgverlener. De Qwiek.up is een mobiel apparaat dat afbeeldingen of filmpjes kan projecteren op de muur of op het plafond. De beelden worden ondersteund door geluiden of muziek. Een mogelijkheid is dat de Qwiek.up op iedere afdeling/woning, wordt ingezet als interventie tijdens de ADL bij cliënten met agitatie of agressie. De Qwiek.up wordt gezien als mogelijke interventie om de zorg tijdens de ADL makkelijker te laten verlopen.
Theoretisch kader: Gedragsproblemen bij dementie blijken in belangrijke mate het functioneren, de snelheid van cognitief verval en kwaliteit van leven te bepalen. Agitatie is een vorm van probleemgedrag. Agressie is de meest extreme vorm van agitatie. Bij probleemgedrag komt in 20% van de gevallen ook agressief gedrag voor. Uit onderzoek blijkt dat muziekinterventies effectief zijn in het geval van agitatie bij mensen met dementie. De Qwiek.up is eenvoudig in gebruik en kan bijvoorbeeld ingezet worden voor plafond- en muurprojecties tijdens de ADL.
Doelstelling: De doelstelling van het onderzoek is het geven van advies over het inzetten, en implementeren van de Qwiek.up tijdens de ADL van dementerenden, om zorgsituaties met agressie of agitatie te verminderen en de Qwiek.up te integreren in het zorgplan.
Vraagstelling: Wat is het effect van het inzetten van de Qwiek.up op de gemeten agitatie en agressie bij de dementerenden en wat kan helpen bij de integratie en implementatie van de Qwiek.up in het zorgplan op alle PG-afdelingen van de Dilgt?
Onderzoeksdesign: Middels de CMAI-schaal zijn in totaal zeven cliënten geobserveerd, waarvan vier op woning vijf en drie op woning zes. Bij alle cliënten zijn zes metingen uitgevoerd, twee nulmetingen zonder gebruik van de Qwiek.up en vier metingen met interventie, met gebruik van de Qwiek.up. De eerste nulmeting bij alle cliënten is gedaan door beide onderzoekers om ervoor te zorgen dat bepaalde gedragingen gelijk geïnterpreteerd zouden worden. Er is gekozen voor twee nulmetingen om te voorkomen dat een toevallig goed of slecht resultaat het onderzoeksresultaat bepaalt. Om het effect op het gedrag bij gebruik van de Qwiek.up toe te lichten, wordt de situatie per cliënt beschreven. Het dossieronderzoek moet gelden om meerdere resultaten te verzamelen over het gebruik van de Qwiek.up.
Resultaten: De metingen laten zien dat de twee nulmetingen ten opzichte van elkaar variëren per persoon en niet altijd dicht bij elkaar staan. In de meeste gevallen komen de nulmetingen echter vrijwel overeen. Een vergelijkbaar beeld zien we bij de metingen met interventie. Er zijn gemiddelden bepaald van de nulmetingen en metingen met interventie, dit om een beter beeld te krijgen van de resultaten aan de hand van de metingen. Nadat zowel de nulmetingen als de metingen met interventie zijn weergegeven in tabellen, grafiek en staafdiagram, is te zien dat er lagere uitkomsten ontstaan in de CMAI-scores. Alle nametingen gaven in scores een verbetering van gedragingen weer, zodat geen onderscheid is te maken tussen de diverse modules. In de rapportage van de zorgdossiers is weinig terug te vinden over het gebruik van de Qwiek.up.
Conclusie: Uit de resultaten van het observatieonderzoek is gebleken dat de Qwiek.up een positief effect heeft op de aanwezigheid van agitatie en agressie en daarmee onrust tijdens uitvoering van de ADL. Vanuit het onderzoek kan weinig gezegd worden over het toepassen van de belevingsmodules per cliënt. De zorgverleners moeten bewust gemaakt worden van het effect van de Qwiek.up. Als dit het geval is zal de Qwiek.up makkelijker geïntegreerd en geïmplementeerd worden in de zorg.
Aanbevelingen: Het gebruik van de Qwiek.up blijkt zinvol. Dit geeft dat de onderzoekers adviseren om het apparaat blijvend in te zetten bij de cliënten die daar voor in aanmerking komen. Een aanbeveling is om twee apparaten aan te schaffen voor vier woningen.
Een volgende aanbeveling is om de Qwiek.up op een makkelijk en snel te bereiken plek te zetten in de buurt van de slaapkamers op de woningen. Gedurende het onderzoek is gebleken dat de zorgplannen niet adequaat worden opgevolgd. We zouden de opdrachtgever willen adviseren dit mee te nemen om te zorgen voor een blijvend gebruik en inzet van de Qwiek.up bij cliënten.
Organisatie | Hanze |
Opleiding | HBO-Verpleegkunde |
Afdeling | Academie voor Verpleegkunde |
Jaar | 2018 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |