Samen sterk voor veiligheid
Een onderzoek naar de samenwerking tussen Veilig Thuis en Speciaal onderwijsSamen sterk voor veiligheid
Een onderzoek naar de samenwerking tussen Veilig Thuis en Speciaal onderwijsSamenvatting
In Nederland werden in 2017 tussen de 90.000 en 127.000 kinderen onder de 18 blootgesteld aan
kindermishandeling of huiselijk geweld, dit is ongeveer 3% van alle kinderen in Nederland (Nederlands
Jeugdinstituut, 2019).
De Veilig Thuis meldingen vanuit het onderwijs zijn opvallend laag. In 2022 kwamen er in Drenthe
slechts 82 meldingen vanuit het onderwijs (Persoonlijke communicatie, 11 april 2024). Gezien het
aantal basisscholen in Drenthe is dit opvallend laag. Dit aantal is slechts 4% van het totaal aantal
meldingen in Drenthe. Landelijk kwam er 4,7% van de in totaal 123.010 Veilig Thuis meldingen vanuit
het onderwijs (CBS, 2023).
Gezien de hoge contactfrequentie tussen docent en leerling zouden deze aantallen hoger moeten zijn.
Onderwijs is voor vele kinderen een veilige haven en een belangrijke signaleringsplek voor
kindermishandeling en huiselijk geweld. Daarnaast hebben onderwijsprofessionals ten slotte maken
met de wet Verplichte Meldcode.
Binnen dit ontwerponderzoek hebben we ons gericht op leerlingen van het speciaal onderwijs in
Drenthe. De onderwijsprofessionals in de provincie Drenthe geven aan behoefte te hebben aan een
betere samenwerking met Veilig Thuis om de veiligheid van de leerlingen te kunnen waarborgen. Het
speciaal onderwijs betreft ten slotte een kwetsbare doelgroep waarbij het extra van belang is dat er
wordt ingespeeld op signalen van een onveilige thuissituatie. Ook blijkt dat er bij Veilig Thuis een
vraagstuk ligt omtrent de achterblijvende meldingen en de samenwerking met het onderwijs. Uit ons
literatuuronderzoek blijkt dat dit een probleem is wat landelijk speelt.
Uit de probleemanalyse blijkt dat er meerdere factoren zijn die meespelen. Ten eerste blijken de
verwachtingen die professionals in het speciaal onderwijs en Veilig Thuis van elkaar hebben vaak niet
correct. Hierdoor voelt speciaal onderwijs zich niet gesteund in het doen van een melding. Daar
tegenover heeft Veilig Thuis Drenthe (hierna: VTD) vaak niet genoeg concrete voorbeelden om over te
gaan tot een officiële melding en wordt er door medewerkers aan de telefoon weinig rekening
gehouden met de context waaruit de meldingen komen. Ten tweede hangt er een negatief beeld over
de organisatie Veilig Thuis wat bij ouders zorgt voor veel angst en bij professionals voor wantrouwen
met als gevolg dat meldingen later of niet gedaan worden. Ten derde is er weinig contact tussen beide
partijen waardoor professionals elkaar niet kennen en niet weten wat ze aan elkaar hebben, hier komt
bij kijken dat er niet dezelfde ‘taal’ wordt gesproken aan de telefoon vanwege het gebrek aan kennis
in elkaars werkwijze.
De volgende doelstelling is uit de probleemanalyse van het onderzoek naar voren gekomen: “De
veiligheid van het kind zo spoedig en efficiënt mogelijk te waarborgen door middel van een effectieve
samenwerking tussen het speciaal onderwijs en Veilig Thuis Drenthe”.
Op basis van de bevindingen is er een beroepsproduct ontwikkeld. Het beroepsproduct betreft een
profielschets voor een contactpersoon bij VTD, gericht op het verbeteren van de samenwerking met
het speciaal onderwijs om kindermishandeling en huiselijk geweld effectiever aan te pakken. De
profielschets speelt in op de wens van scholen voor korte lijnen met VTD. De contactpersoon zal
bijdragen aan het opzetten van een vertrouwensrelatie tussen VTD en speciaal onderwijs, waarin
kennis kan worden gedeeld en het speciaal onderwijs effectief gebruik kan maken van de advies- en
ondersteuningsrol die VTD biedt.
Het contact tussen de contactpersoon en het speciaal onderwijs bestaat uit het voeren van overleg op
casusniveau, fysiek aansluiten bij zorg overleggen of gesprekken met ouders en regelmatige evaluaties
op de samenwerking. Wanneer er niet genoeg grondslag is voor een melding bij VTD kan de
contactpersoon vanuit de advies- en ondersteuningsfunctie hulp aanbieden, hierdoor kan in sommige
gevallen een melding worden voorkomen.
Het beroepsproduct draagt bij aan een geïntegreerde, mensgerichte benadering van hulp en
bescherming, zoals gewenst in het Toekomstscenario Drenthe, en bevordert een effectieve en snellere
hulpverlening aan leerlingen in onveilige thuissituaties (Ministerie Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
2023).
Om een goede implementatie van het beroepsproduct te waarborgen, hebben we een aantal
aanbevelingen gedaan:
• Er wordt een pilot gedaan met RENN4 De Atlas in Emmen, die start in de regio Oost van VTD.
Hierbij zal een maatschappelijk werker van VTD de rol van contactpersoon aannemen.
• Speciaal onderwijs moet voor het implementeren van het beroepsproduct ook een vast
aanspreekpunt binnen de school aanwijzen voor de contactpersoon van VTD en interne
medewerkers op school.
• Er worden halfjaarlijkse evaluatie gesprekken gevoerd tussen beide partijen, om te evalueren
op de samenwerking en verbeteringen door te voeren.
• Er wordt iemand verantwoordelijk gesteld voor de monitoring op het implementatieproces.
Mocht deze pilot succesvol blijken, wordt voorgesteld om een uitbreiding naar alle gemeenten in
Drenthe te doen. Er zal dan per gemeente een contactpersoon zijn die het gezicht is van VTD voor de
speciaal onderwijs scholen. Door dit per gemeente te organiseren bestaat er een gedeelde
verantwoordelijkheid onder de contactpersonen en komt er vanwege het aantal speciaal
onderwijsinstellingen niet te veel druk op de medewerker te liggen.
Organisatie | Hanze |
Opleiding | Social Work |
Afdeling | Academie voor Sociale Studies |
Partner | Lectoraat Integrale Aanpak Kindermishandeling |
Datum | 2024-06-26 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |