Samenvatting

Eten en drinken is niet voor iedereen vanzelfsprekend, maar wel van levensbelang. In Nederland heeft één op de vijf kinderen tussen de tien maanden en twee jaar een eet- of drinkprobleem. Er zijn drie belangrijke risicogroepen die een verhoogde kans hebben op eet-/drinkproblemen, namelijk: 1) prematuren, 2) kinderen met een aangeboren hartafwijking en 3) kinderen met gedragsproblemen. Er bestaat echter in Nederland nog geen gevalideerde oudervragenlijst die kan worden ingezet om vroegtijdig eet-/drinkproblemen te signaleren. Een veelbelovende oudervragenlijst lijkt de PediEATNL. Dit onderzoek draagt bij aan de implementatie van deze oudervragenlijst om eet-/drinkproblemen in een vroeg stadium te kunnen signaleren en daarnaar te kunnen handelen. De vraag die in dit onderzoek centraal staat is: ‘’Hoe is de ernstscore van de PediEAT-NL bij risicogroepen met betrekking tot eet- en drinkproblematiek ten opzichte van de normpopulatie?’’
Methode
Bovenstaande onderzoeksvraag werd beantwoord door middel van kwantitatieve analyse van de scores van de PediEAT-NL, bestaande uit vier domeinen namelijk: ‘’Lichamelijke kenmerken’’, ‘’Problematisch gedrag tijdens maaltijden’’, ‘’Selectief/restrictief eten’’ en ‘’Orale processen’’ en een vragenlijst met achtergrondinformatie. Er werd onderzocht of de risicogroepen hogere totaal- en subscores hadden dan de kinderen zonder medische problemen. Vervolgens werd er in detail gekeken naar de scores van de verschillende risicogroepen.
Resultaten
In totaal werden er 202 kinderen geïncludeerd. Deze werden onderverdeeld in vier groepen, namelijk: kinderen zonder medische problemen (N=107), prematuren (N=66), kinderen met een aangeboren hartafwijking (N=13) en kinderen met gedragsproblemen (N=7). Bij 50 van de 202 kinderen was er volgens ouders sprake van een eet- of drinkprobleem. Hiervan waren er 25 ook medisch gediagnosticeerd met een eet- of drinkprobleem. Alle drie de risicogroepen hadden significant hogere totaalscore op de PediEAT-NL. Op selectief/restrictief eetgedrag scoorden alle drie de risicogroepen lager, echter was dit niet significant verschillend. Op de gebieden problematisch eetgedrag, lichamelijke kenmerken en orale processen werd door alle drie de risicogroepen hoger gescoord, de significantie van de scores was per risicogroep verschillend.
Discussie
De risicogroepen hebben volgens de PediEAT-NL meer en ernstigere eet-/drinkproblemen dan de kinderen zonder medische problemen. Voor de praktijk betekent dit dat de PediEAT-NL gebruikt kan worden als signaleringsinstrument om eet-/drinkproblemen in een vroeg stadium in kaart te kunnen brengen. Hierdoor is het mogelijk om bij kinderen in risicogroepen sneller interventies uit te voeren om zo de eet-/drinkproblemen te verminderen of te verhelpen. Bevat tevens een samenvatting in het Engels