Samenvatting

Inleiding: In Nederland worden per jaar meer dan een miljoen mensen opgenomen in een ziekenhuis. Patiënten in het ziekenhuis bewegen te weinig, terwijl dit belangrijk is voor hun gezondheid. Fysiotherapeuten proberen daarom patiënten te stimuleren om te bewegen. Een belangrijk uitgangspunt hiervoor is de dagelijkse fysieke activiteit van de patiënt. Het project telefysio van het Erasmus MC wil hierbij de fysiotherapeuten ondersteunen. Dagelijkse activiteit kan in de huidige setting niet betrouwbaar worden nagegaan. Fysieke activiteit kan betrouwbaar gemeten worden door activiteiten monitors (AM’s). Een voorbeeld van een AM is de Activ8. Het project telefysio ziet kansen in het gebruik hiervan. Eerder is er nog geen onderzoek gedaan naar het toepassen van de Activ8 in een klinische setting. Er is wel onderzoek gedaan in een revalidatie centrum en hier was de uitkomst positief.
Methode: In een periode van oktober 2018 t/m december 2018 hebben patiënten en fysiotherapeuten minimaal 3 dagen gebruik gemaakt van de Activ8. Daarna is er bij hen een enquête en een interview afgenomen om hun ervaringen vast te stellen. De stellingen in de enquête gingen steeds over één van de volgende hoofdonderwerpen; tijd, draagcomfort, datatransfer, waarde van de data en weergave van de data.
Resultaten: De patiënten gaven de stellingen over het gebruik van de Activ8 gemiddeld een 5,8 op een 7-punten Likertschaal. Dit betekent dat ze het gedeeltelijk eens tot eens waren met de positieve stellingen. De fysiotherapeuten gaven gemiddeld een 4,9. Dit komt overeen met een score van neutraal tot gedeeltelijk mee eens. De scores verschilden sterk per hoofdonderwerp. Zo vonden de patiënten het draagcomfort perfect, maar de weergave onduidelijk. De fysiotherapeuten waren minder enthousiast en vonden niet één van de hoofdonderwerpen perfect. Vooral waren zij niet positief over de waarden van de data omdat deze naar hun idee onbetrouwbaar is.
Conclusie: De Activ8 is in de huidige versie nog niet toepasbaar voor de klinische fysiotherapeutische zorg. Voor vervolg onderzoek moet er gekeken worden naar de betrouwbaarheid van de meting en de gebruiksvriendelijkheid in de kliniek.