Huishoudelijke Ondersteuning, de nieuwe vorm van Huishoudelijke verzorging en begeleiding bij zelfstandig wonende kwetsbare ouderen in Den Haag
Huishoudelijke Ondersteuning, de nieuwe vorm van Huishoudelijke verzorging en begeleiding bij zelfstandig wonende kwetsbare ouderen in Den Haag
Samenvatting
Dit onderzoek is een afstudeeronderzoek voor de opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening aan de Haagse Hogeschool. Het onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van Stichting Eykenburg in Den Haag, deze organisatie biedt verzorging, verpleging aan binnen twee intramurale instellingen en thuiszorg in de gemeente Den Haag. Naar aanleiding van alle ontwikkelingen in de zorg en dan met name de komende decentralisatie van de begeleidingsfunctie en de bezuinigingen op de huishoudelijke verzorging is Stichting Eykenburg tot de volgende onderzoeksopdracht gekomen. Namelijk;
Aan welke inhoudelijke en randvoorwaardelijke eisen moeten beroepsbeoefenaars in de Extramurale Huishoudelijke Verzorging voldoen, zodat deze beroepsbeoefenaars vaardig zijn om de begeleidingsfunctie voor zelfstandig wonende 'kwetsbare' ouderen binnen de gemeente Den Haag vanuit de Wet Maatschappelijke Ondersteuning uit te kunnen voeren?
Om deze vraag te kunnen beantwoorden is er een literatuuronderzoek uitgevoerd en zijn er zes interviews gehouden met mensen uit de praktijk. Daarbij is er gekeken naar de ontstaansgeschiedenis van de huishoudelijke verzorging, verder is er onderzocht hoe de huidige situatie er voor de huishoudelijke verzorging nu uitziet en wat de verwachtingen voor de toekomst zijn. Om helder te krijgen wie de doelgroep is, is er door middel van een literatuurstudie onderzocht welke definities er gebruikt worden om de term kwetsbare ouderen duidelijk te verwoorden. Daarnaast is er tijdens de interviews gesproken over kwetsbaarheid en hoe ouderen dit zelf ervaren.
Naast het onderzoeken van het ontstaan en de huidige staat van de huishoudelijke verzorging is er ook onderzocht wat begeleiding nu inhoudt en hoe dat in de toekomst zal veranderen. Daarbij is gebruik gemaakt van literatuur over begeleiding en is er door middel van interviews onderzocht hoe er in de praktijk tegen de functie begeleiding aangekeken wordt. Tot slot is er onderzocht op welke manieren er al veranderingen plaats vinden in de extramurale zorg, wat voor ideeën, mogelijkheden en concrete stappen er al worden uitgevoerd. Om met de komende decentralisatie en bezuinigingen om te gaan.
Het resultaat van dit onderzoek is dat begeleiding een functie is die vooral in combinatie met andere taken wordt uitgevoerd. De huishoudelijk verzorgende zou een goede huishoudelijk begeleider kunnen worden, mits er aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. De huishoudelijk verzorgende heeft sterke eigenschappen zoals een goede aansluiting hebben op de leefwereld van de cliënt, op regelmatige tijden bij de cliënt op bezoek komen en vandaaruit een vertrouwensband op kunnen bouwen. Deze vertrouwensband is een goede basis voor het aanbieden van begeleiding. Om de begeleidingsfunctie uit te voeren moet de functie van huishoudelijk verzorgende een herwaardering ondergaan. Daarnaast moet er geïnvesteerd worden in het opleiden van de beroepsbeoefenaren door middel van praktijkgericht leren, zoals mogelijk is met intervisiegroepen. De huishoudelijk verzorgende moet deel uit gaan maken van kleine zelfsturende teams die integraal, wijkgericht en outreachend werken. Deze teams moeten gecoördineerd en ondersteund worden door een professional, die kennis en vaardigheden over kan dragen op alle beroepsbeoefenaren. Daarnaast is de professional de 'spin in het web' voor alle burgers en hulpverleners, bij de professional kan iedere hulpvraag neergelegd worden, deze analyseert het probleem en biedt zelf gerichte ondersteuning aan of schakelt de juiste hulpverlener in. Zodat op deze wijze laagdrempelige zorg wordt aangeboden die direct aansluit op de behoefte en mogelijkheden van de cliënt die een belemmering ervaart in de behoefte aan zelfstandigheid en participatie.
Om de geplande bezuinigingen effectief te maken zouden de landelijke overheid en gemeenten niet moet bezuinigen op de huishoudelijke verzorging, maar investeren in de herwaardering van het vak huishoudelijk verzorgende. In het verleden was begeleiding een belangrijke taak van de huishoudelijke verzorging met als doel opname in een verpleegtehuis uitstellen of voorkomen. Door opname in een instelling te voorkomen kan er enorm bezuinigd worden en enorme winst geboekt worden. Want daarmee wordt de kwaliteit van leven voor ouderen enorm verhoogd en het risico op kwetsbaarheid verlaagd.
Organisatie | De Haagse Hogeschool |
Opleiding | SP Maatschappelijk Werk & Dienstverlening |
Afdeling | Academie voor Sociale Professies |
Partner | Stichting Eykenburg, Den Haag |
Jaar | 2013 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |