Activiteitsberekeningen 90Yttrium
Berekeningen van de toegediende activiteit voor de radio-embolisatie van levertumoren.Activiteitsberekeningen 90Yttrium
Berekeningen van de toegediende activiteit voor de radio-embolisatie van levertumoren.Samenvatting
Achtergrond
90Yttrium radio-embolisatie is een behandeling die wordt toegepast op de afdeling nucleaire geneeskunde. Het is een oncologische behandeling met als doel om tumor weefsel door middel van ioniserende straling te verwijderen. Het wordt toegepast bij patiënten met leverkanker, in de meeste gevallen als gevolg van uitzaaiingen. Via een katheter wordt er intra-arterieel (via de slagader) een radioactieve oplossing met 90Yttrium toegediend. Voordat het 90Yttrium toegediend kan worden, wordt het onschadelijke 99mTechnetium ingespoten. Aan de hand van de Technetium-scan kunnen volumina bepaald worden van de lever, de tumor(en) en de longen. Deze waarden worden gebruikt bij het berekenen van de benodigde 90Yttrium-activiteit.
Hier zijn vier methoden voor beschikbaar: de BSA1-methode, de BSA2-methode, de empirische methode (EMP-methode) en de partitie-methode.
Dit onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van de afdeling Klinische Fysica en Instrumentatie in het Instituut Verbeeten in Tilburg. De behandeling radio-embolisatie vindt plaats in het Elizabeth ziekenhuis op de afdeling angiografie (onderzoek naar de bloedvaten). Het 90Yttrium wordt toegediend door een nucleair geneeskundige van het Instituut Verbeeten.
Probleemstelling
Het doel van dit onderzoek is om de verschillen tussen de vier berekenmethoden in kaart te brengen. De methoden komen uit literatuur en zijn tot stand gekomen na onderzoek in ziekenhuizen en universiteiten. Er zijn in totaal 12 patiënten in aanmerking gekomen voor de behandeling. Door de vier methoden toe te passen op alle 12 patiënten kan er bepaald hoe de methodes werken en waar ze gevoelig voor zijn en waar niet. De onderzoeksvraag luidt: wat is het verschil tussen de berekenmethoden en wat is de meest klinisch relevante methode?
Methode
Van alle 12 patiënten zijn volumina bepaald van de lever, de tumor(en) en de longen aan de hand van SPECT-CT scans. Er wordt hierbij software gebruikt die een 3D-beeld maakt van de ingetekende volumina. Het programma kan direct het volume berekenen van het ingetekende gebied is. De SPECT-data is gebruikt voor de bepaling van de verdeling van het 99mTechnetium. Het aantal counts in de longen en de lever is bepaald. Nadat alle waarden verzameld zijn, is per patiënt de toe te dienen activiteit berekend.
Resultaten
Uit de resultaten blijkt dat de variatie tussen de 12 patiënten erg groot is. Opvallende resultaten waren de lage T/N-ratio’s wat leidde tot een hoge berekende activiteit voor de partitie-methode. Er is onderzocht hoe de twee BSA-methoden en de partitie-methode zich verhouden tot Vlever en Vtumor. Er is geconstateerd dat de BSA1-, BSA2- en de partitie-methode evenredig is met Vlever. Daarnaast is er onderzocht hoe de standaardwaarden en correcties van de BSA1-, BSA2- en de EMP-methode worden verkregen. Geconstateerd is dat de EMP-methode het meest fluctueert en de BSA2-methode het minst.
Conclusie
Er kan geconcludeerd worden dat de EMP-methode vergeleken met de BSA-methoden de minst nauwkeurige methode is. De partitie-methode is een complexe methode waar veel gegevens voor nodig zijn. De T/N-ratio moet groter zijn dan 2, anders berekent de partitie-methode een te hoge 90Y-activiteit (> 3GBq). Doordat er geen gouden standaard is voor het effect van 90Yttrium op (tumor)weefsel kan er niet geconcludeerd worden wat het meest klinisch relevante berekenmodel is.
Organisatie | De Haagse Hogeschool |
Opleiding | TIS Technische Natuurkunde |
Afdeling | Faculteit Technologie, Innovatie & Samenleving |
Partner | Instituut Verbeeten |
Jaar | 2016 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |