Aan tafel!: De invloed van omgevingsfactoren op het groenteconsumptievolume van kleuters.
Een onderzoeksrapport met een aanbeveling, in opdracht van de Kinder(di)eetcreatie, voor de ontwikkeling van nieuw voorlichtingsmateriaal dat het groenteconsumptievolume van kleuters bevordert.Aan tafel!: De invloed van omgevingsfactoren op het groenteconsumptievolume van kleuters.
Een onderzoeksrapport met een aanbeveling, in opdracht van de Kinder(di)eetcreatie, voor de ontwikkeling van nieuw voorlichtingsmateriaal dat het groenteconsumptievolume van kleuters bevordert.Samenvatting
Inleiding: De consumptie van groenten van kinderen in de leeftijd van 4-6 jaar is belangrijk omdat voedingsgewoonten tijdens deze leeftijd worden ontwikkeld. Omgevingsfactoren zijn mogelijk belangrijk om mee te nemen in de ontwikkeling van nieuw voorlichtingsmateriaal om de lage consumptie van groenten bij deze doelgroep tegen te gaan, omdat de consumptie van kinderen vanaf ongeveer 5 jaar, behalve door de homeostatische regulatie ook beïnvloed wordt door omgevingsfactoren en leerprocessen. Het doel van dit onderzoek is het inzichtelijk maken van de omgevingsfactoren die invloed hebben op het groenteconsumptievolume bij kinderen van de leeftijd 4-6 jaar. De vraagstelling die binnen dit onderzoek centraal staat luidt: “Welke omgevingsfactoren hebben invloed op het groenteconsumptievolume van kinderen in de leeftijd van 4 tot 6 jaar?“ Methode: In de periode van september 2015 tot januari 2016 zijn een literatuuronderzoek en experiment uitgevoerd. Het experimenteel onderzoek naar de invloed van het vergroten van het oppervlak van de groentecomponent op een bord op het consumptievolume van kinderen (wortelen in één compartiment t.o.v. wortelen verspreid over drie compartimenten), is een aanvulling op het overzicht van omgevingsfactoren, dat verkregen is bij het literatuuronderzoek. Het experiment is uitgevoerd op een basisschool bij 69 kleuters (leeftijd: <7 jaar) en 77 kinderen uit groep 7/8 (leeftijd: >7 jaar). Bij deze laatste leeftijdsgroep is het experiment uitgevoerd om de invloed van de cognitieve ontwikkeling op het resultaat te testen. Resultaten: Uit het literatuuronderzoek blijkt dat personen in de omgeving en afleiding bij de maaltijd eetomgevingsfactoren zijn die invloed hebben op het groenteconsumptievolume van kleuters. Daarnaast blijkt uit het literatuuronderzoek dat de opmaak van het bord, maaltijdsamenstelling of assortiment, de uiterlijke kenmerken van het servies en van de groenten op het bord en de manier waarop de groente aan de kinderen wordt gepresenteerd productomgevingsfactoren zijn die invloed hebben op het groenteconsumptievolume van kleuters. Variatie in de vorm van groenten op het bord, een fastfoodlogo, het geven van keuzen uit een assortiment zijn productomgevingsfactoren die geen invloed hebben op het groenteconsumptievolume.
Daarnaast blijkt uit het experiment dat het vergroten van het oppervlak van de groentecomponent op een bord geen invloed heeft op het groenteconsumptievolume (in één compartiment t.o.v. verspreid, p=0,373) van kleuters. Het resultaat verschilde niet met dat van groep 7/8 (<7 jaar t.o.v. >7 jaar, p=0,178). Conclusie: Eet- en productomgevingsfactoren hebben invloed op het groenteconsumptievolume van kleuters. Het oppervlak van de groenten op het bord lijkt niet één van deze factoren te zijn. Aanbevelingen: Experimenteel vervolgonderzoek is nodig naar omgevingsfactoren met een grote onderzoekspopulatie en waarbij met alle mogelijke confounders is rekening gehouden. Ook kan onderzoek gedaan worden bij meerdere groentesoorten en/of kan de effectiviteit van de omgevingsfactoren in de praktijk worden nagegaan. Kinderdiëtisten en zorgprofessionals wordt aanbevolen de bevindingen van dit onderzoek mee te nemen in de ontwikkeling van nieuw voorlichtingsmateriaal.
Organisatie | De Haagse Hogeschool |
Opleiding | GVS Voeding en Diëtetiek |
Afdeling | Faculteit Gezondheid, Voeding & Sport |
Jaar | 2016 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |