Samenvatting

Dit rapport behandelt het proces van het ontwikkelen van een pasprothese, met als doel een beeld en onderbouwing te geven van het tot stand komen van het eindproduct.
De achtereenvolgende hoofdstukken van de analyse gaan in op een groot aantal voor de pasprothese relevante aspecten als:
1. De beschrijving van de problematiek van de doelgroep en waarom men voor een prothese kiest;
2. De functie van de te ontwerpen pas prothese;
3. Een marktonderzoek waarin gekeken wordt of een dergelijk product al op de markt is, of dat er vergelijkbare producten zijn met werkingsprincipes die interessant kunnen zijn voor het eindproduct;
4. De huidige productie van de prothesen en de bijgehorende technieken;
5. Het belang van het cosmetisch aspect;
6. De antropometrie van de doelgroep en berekening van ontbrekende data;
7. Optredende krachten in een prothese en op de stomp tijdens belasting.

In de daarop volgende ontwerpfase worden de volgende deelproblemen met mogelijke oplossingen besproken:
1. Hoe is de pasvorm te verkrijgen;
2. Op welke manier het mogelijk is het lichaamsbekrachtigde systeem te integreren;
3. Op welke manier het mogelijk is het myo-elektrische systeem te integreren;
4. Hoe de trekkracht bij een conische stomp op te vangen is;
5. Hoe ervoor gezorgd kan worden dat de prothese stijf genoeg is.

Aan het eind van de ontwerpfase wordt een concept gevormd. Dit concept wordt in het volgende hoofdstuk uitgewerkt. In deze detaillering is er voor de volgende oplossingen gekozen:
1. Een vulling van polystyreen korrels voor het verkrijgen van de pasvorm;
2. Een koker vervaardigd uit een samenstelling van silicone en tricot;
3. Koolstof spalken voor extra sterkte;
4. Een pen-borg systeem om de adapters te bevestigen;
5. Een ventiel met terugslagklep voor automatische sluiting.

Een vervaardigingfase volgt hierop. Hierin wordt beschreven hoe de onderdelen vervaardigd zijn. In de test fase wordt het prototype uitgebreid getest. Allereerst wordt de prothese, in een proefopstelling, op zijn werking getest. Vervolgens met patiënten en therapeuten. De volgende resultaten zijn het gevolg:
1. Op een aantal kleinigheden na, werkt het prototype naar behoren;
2. De pasprothese evenaart niet exact het gevoel van een definitieve prothese. Het gevoel is wel vergelijkbaar en wordt niet als onprettig ervaren;
3. Het aantal handelingen om de prothese aan te krijgen wordt als veel ervaren;
4. Het gewicht blijkt vergelijkbaar met een definitieve prothese;
5. Het uiterlijk van de pasprothese is niet perfect maar verschillen worden geaccepteerd.

Al met al is er een product vervaardigd dat aan de vraag voldoet. Een product dat, na productie van de verschillende maten, zeer zeker een goede aanvulling zal zijn voor de bestaande prothese voorlichtingen.