Gemeenten adviseren over de aansluiting van (jeugd) zorg bij het onderwijs
Een onderzoek naar het uitbrengen van een goed adviesGemeenten adviseren over de aansluiting van (jeugd) zorg bij het onderwijs
Een onderzoek naar het uitbrengen van een goed adviesSamenvatting
Dit onderzoek gaat het over de rol van gemeenten bij de aansluiting van de (jeugd) zorg bij het onderwijs. Daarnaast gaat dit onderzoek over de adviesvaardigheden én persoonlijke vaardigheden van de onderzoeker als adviseur in dienst bij de VNG. De onderzoeker doorloopt het proces van de inventarisatie van de adviesvraag van de gemeente Gouda tot aan het uitbrengen van het advies tijdens de feedbackbijeenkomst. Gedurende dit proces reflecteert de onderzoeker op zichzelf én laat anderen reageren op haar adviesvaardigheden. De gemeente Gouda blijkt behoefte te hebben aan een feitelijk kennis betreffende de komende wetgeving voor Passend Onderwijs. Daarbij wil de gemeente dat de gevolgen van de wetgeving voor het onderwijs helder is én dat de gemeentelijke rol daarbij in kaart wordt gebracht. Bij het bepalen van de inhoudelijke adviesvraag blijkt dat het feit dat de adviseur bij de VNG werkt, van belang te zijn. De verwachting leeft dat er bij de belangenorganisatie veel kennis is van de op handen zijnde wet- en regelgeving.
Dezelfde adviesvraag blijkt ook bij andere gemeenten te leven, en er wordt een brochure opgesteld.
Het gebruik van een checklist is voor de adviseur van veel waarde gebleken. Het dwingt zorgvuldig besluiten te nemen en daarbij het perspectief van de geadviseerde voortdurend te betrekken. Dit zijn juist de karaktereigenschappen waar de adviseur stevig aan wil werken. Ondanks het opstellen van een contract, waarin afspraken worden gemaakt over het uit te brengen advies, blijkt een flexibele opstelling van de adviseur van groot belang.
Gedurende het proces loopt de gemeente concreet tegen zaken aan op het gebied van het onderwijs- en jeugdbeleid. Van een VNG adviseur wordt dan verwacht dat er ook op die zaken advies wordt gegeven.
Juist voor een adviseur van de VNG blijkt te gelden dat helderheid over de rol van belangenbehartiger enerzijds en adviseur anderzijds goed gecommuniceerd dient te worden. Er is een focus op wet en regelgeving, terwijl niet alle vraagstukken binnen een gemeente op te lossen zijn door helderheid te bieden over de wet- en regelgeving.
Er blijkt verder een voortdurende wisselwerking te zijn tussen persoonlijke vaardigheden en de wijze waarop een advies tot stand komt. Tenslotte concludeert de onderzoeker een aantal opvallende zaken, persoonlijk én
als adviseur, die bruikbaar blijken voor het verdere advieswerk bij de VNG.
Organisatie | De Haagse Hogeschool |
Opleiding | MPC Master of Science in Management |
Afdeling | Academie voor Masters & Professional Courses |
Jaar | 2011 |
Type | Master |
Taal | Nederlands |