De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Wat kan de verpleegkundige van afdeling 1AH van het MCH Antoniushove te Leidschendam doen om flebitis te voorkomen bij een perifeer veneus lopend infuus?

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Wat kan de verpleegkundige van afdeling 1AH van het MCH Antoniushove te Leidschendam doen om flebitis te voorkomen bij een perifeer veneus lopend infuus?

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

Flebitis is een veel voorkomende en pijnlijke complicatie van een perifeer veneuze katheter (Murfield et al., 2014). Het is een lokale ontsteking van een perifere vene, gekenmerkt door een warme, rode huid boven een pijnlijke, gezwollen vene en komt voor bij 27-70 procent van de patiënten met een perifeer veneus infuus (Saini et al., 2011). De ontsteking kan leiden tot sepsis, pijn, stress, aanvullende diagnostische onderzoeken en behandelingen, langere ziekenhuisopname en toenemende opnamekosten (Uslusoy et al., 2008). Er zijn drie soorten flebitis: mechanische flebitis (veroorzaakt door beweging/wrijving van een vreemd voorwerp/canule binnen de ader), chemische flebitis (veroorzaakt door het geneesmiddel of de vloeistof die wordt toegediend), infectieuze flebitis (veroorzaakt door bacteriën in de ader) (Higginson et al., 2011).
Op de afdeling Neurochirurgie en Orthopedie van MCH Antoniushove (1AH) kwam tijdens een werkoverleg in februari 2015 naar voren dat een infuuslijn bij een patiënt ruim twaalf dagen niet verwisseld was. Volgens de landelijke richtlijn ‘Flebitis en bloedbaaninfecties door intraveneuze infuuskatheters’ geeft dit een verhoogde kans op flebitis, hetgeen onwenselijk is (Werkgroep infectiepreventie, 2010). Om de omvang van dit probleem in kaart te brengen, is op afdeling 1AH een observatie uitgevoerd waarbij drie risicofactoren voor het ontwikkelen van flebitis in kaart zijn gebracht: aantal dagen sinds aanbrengen/vervangen infuuslijn (maximaal 96 uur, volgens de landelijke richtlijn), aantal uren sinds aanhangen infuuszak (maximaal 24 uur, volgens de landelijke richtlijn) en aantal dagen sinds aanbrengen/vervangen van infuuspleister (maximaal vijf dagen of bij loslaten, uit het protocol ‘Verzorgen insteekopening van een perifeer infuus’ van het MCH).
Op een niet van tevoren bekend gemaakte datum, zijn op de afdeling 1AH alle perifeer veneuze infuuskatheters getoetst op bovengenoemde risicofactoren voor het ontwikkelen van flebitis. Er lagen zeventien patiënten op de afdeling, waarvan zeven een perifeer veneus lopend infuus hadden. Slechts bij één van de zeven infuuslijnen was op de spike genoteerd wanneer deze aangebracht was, namelijk één dag eerder. Ook op de infuuszakken die op dat moment aanhingen, stond geen datum en/of tijd genoteerd, zodat niet te achterhalen viel wanneer de zak aangehangen was. Het ontbreken van datum en/of tijd bij infuuslijnen en infuuszakken maakte controle op de normen uit de richtlijn van de landelijke werkgroep infectiepreventie onmogelijk, waarmee in feite niet aan de normen is voldaan. Op geen van de infuuspleisters was een datum genoteerd. Er werd dus niet gewerkt volgens het protocol ‘Verzorgen insteekopening van een perifeer infuus’.
Het tijdens het werkoverleg beschreven geval en de observaties op de afdeling tonen aan dat er onvoldoende wordt gehandeld volgens de richtlijn ‘Flebitis en bloedbaaninfecties door intraveneuze infuuskatheters’ en het protocol ‘Verzorgen insteekopening van een perifeer infuus’, voor in ieder geval de drie genoemde risicofactoren. Het werken volgens de in de richtlijn opgenomen aandachtspunten en het opvolgen van het protocol van het MCH kunnen zorgen voor het minder voorkomen van flebitis. Gezien het veelvuldig voorkomen van deze complicatie, is het van belang hier aandacht aan te besteden en de verpleegkundige het belang te laten inzien van werken volgens richtlijnen protocollen. In dit onderzoek werd dan ook gekeken wat de verpleegkundige kan doen ter voorkoming van flebitis.
Na het afronden van de observatie fase, is aan diverse verpleegkundigen gevraagd waarom ze de drie geobserveerde punten niet uitvoerden. Uit de gesprekken kwam naar voren dat ze niet op de hoogte waren van de regels beschreven in de richtlijn en het protocol. Het niet willen uitvoeren leek niet aan de orde te zijn, want na het attenderen op de correcte werkwijze werd deze bijna gelijk door alle verpleegkundigen overgenomen. De correcte werkwijze raakte echter snel in het slop; twee weken na de observatie bleek dat niet meer volgens richtlijn en protocol werd gewerkt. Het is daarom van belang om ook te achterhalen waarom de verpleegkundige de maatregelen niet uitvoert, wat zij eventueel nodig heeft om wel te gaan werken volgens protocollen en richtlijnen en wat zij eventueel nodig heeft om dit vol te blijven houden.
Flebitis zorgt, zoals gezegd, voor meer werk voor de verpleegkundige en langere opnameduur voor de patiënt, wat weer leidt tot hogere zorgkosten en lagere doorstroomsnelheid. Er is geen specifieke datum waarop het probleem op afdeling 1AH ontstaan is. Op de afdeling waar het onderzoek plaats vond, kwam het als onderwerp bij het werkoverleg naar boven. Het niet tijdig vervangen van infuuslijnen en het ontstaan van flebitis is niet afdelingsgebonden: flebitis kan op alle afdelingen ontstaan. Doordat flebitis niet afdelingsgebonden is, kunnen de maatregelen ter voorkoming van flebitis mee worden genomen naar de nieuwbouw van het MCH Antoniushove, waarvan ingebruikname gepland staat voor december 2015.
Op microniveau kan de verpleegkundige werken aan de voorkoming van flebitis. Bij een correcte werkwijze zal de patiënt minder vaak flebitis ontwikkelen. Door een goede richtlijn en/of protocol voor het voorkomen van flebitis zal op afdelingsniveau en zelfs binnen meerdere ziekenhuizen de prevalentie van flebitis verminderen. Hiermee wordt ook het meso-niveau bereikt. Doordat flebitis kan leiden tot een langere opnameduur en eventueel een toename van onderzoeken en behandelingen gaan de ziekenhuiskosten omhoog en uiteindelijk kunnen zelfs de zorgverzekeringskosten omhoog gaan.

Toon meer
OrganisatieDe Haagse Hogeschool
OpleidingGVS Opleiding tot Verpleegkundige
AfdelingFaculteit Gezondheid, Voeding & Sport
PartnerMedisch Centrum Haaglanden (MCH), Antoniushove, Leidschendam
Jaar2015
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk