Samenvatting

Tijdens de revalidatieperiode van palmair peesletsel wordt momenteel het haakjessysteem gebruikt. Dit systeem is opgebouwd uit een haakje dat wordt gelijmd aan de nagel. Hieraan wordt een elastiek bevestigd dat via de palmaire band van de spalk naar de polsband van de spalk loopt. Het elastiek staat op spanning en zorgt daarmee voor een passieve flexiestand van de vingers. Tegen de tractie van het elastiek in kunnen de vingers geëxtendeerd worden tot de eindstand die de spalk oplegt, genaamd de lumbricalisstand. Dit haakjessysteem is niet optimaal, want er zijn veel klachten met betrekking tot het haakje. Hierdoor luidt de probleemstelling van dit onderzoek: ‘Onderzoek de passieve flexiestand na palmair peesletsel en ontwerp, vervaardig en test een prototype wat het huidige haakjessysteem kan vervangen en voldoet aan 95% van de opgestelde eisen’.
Bij het haakjessysteem mocht de patiënt alleen bewegen naar de lumbricalisstand toe. Voor het nieuwe systeem is een stand toegevoegd om naartoe te bewegen om stijfheid in het MCP- gewricht tegen te gaan. Stijfheid was één van de pijnklachten die aangetoond werden uit het gebruikersonderzoek van het haakjessysteem. De nieuwe stand werd de haakstand genoemd waarbij het MCP- gewricht in extensie staat en de PIP- en DIP- gewrichten in flexie. Deze stand is verantwoord, omdat gebleken is uit de analysefase dat de hoeveelheid peesverglijding die deze beweging veroorzaakt minder is dan de hoeveelheid peesverglijding om naar de lumbricalisstand toe te bewegen. Beide bewegingen kunnen nu afwisselend gebruikt worden om de diversiteit van beweging in gewrichten te vergroten. Aan de hand van de twee bewegingen die mogelijk gemaakt moeten worden, is een nieuw systeem ontwikkeld. Dit systeem bestaat uit een dopje dat door haar weefstructuur de functie heeft om eenvoudig op de vingertop bevestigd te worden. Wanneer trek geleverd wordt aan het dopje, hecht deze zichzelf vast om de vingertop. Dit vingerdopje wordt ook wel een finger trap genoemd. Aan deze finger trap is een hol elastiek bevestigd met daarin een draad. Het elastiek zorgt voor de tractie aan de vinger en het draad zorgt voor een eindstand van de beweging naar de lumbricalisstand en de haakstand toe. Zo wordt een beperking opgelegd waardoor de hand niet helemaal kan strekken. Naast het haakjessysteem is ook de spalk aangepast die gedragen wordt. De spalk bevatte eerste een palmaire band die over het wondgebied loopt waar het peesletsel hersteld is. Hierbij is gekozen de palmaire band te vervangen voor haken aan de spalk zodat het wondgebied met rust gelaten wordt en de kans op infecties verkleind wordt. Dit is echter niet bij alle letsels mogelijk. De spalk zelf zorgt voor de bevestigingsmogelijkheid van het elastiek aan de onderarm, een neutrale stand van de pols en voorkomt hyperextensie in het MCP- gewricht als de patiënt dit kan.
Na het testen van het nieuwe product kon geconcludeerd worden dat het nieuwe systeem zeker een verbetering is op het huidige haakjessysteem. De hoeveelheid gevoeligheids-/ pijnpunten zijn verminderd met 57% en ten opzichte van het tevredenheidsonderzoek bij het haakjessysteem is dit systeem met 25% verbeterd. De tevredenheid had nog hoger uit kunnen vallen en de gevoeligheids-/ pijnpunten lager als de spalk op iedere proefpersoon individueel gemaakt was zoals in de praktijk gebeurt. Al met al is er een goed werkbaar product tot stand gekomen die nu op de afdeling revalidatie van het Gemini Ziekenhuis geprobeerd moet gaan worden.