Ondervoeding bij thuiswonende ouderen
de prevalentie van ondervoeding bij thuiswonende ouderen en factoren die hiermee geassocieerd zijnOndervoeding bij thuiswonende ouderen
de prevalentie van ondervoeding bij thuiswonende ouderen en factoren die hiermee geassocieerd zijnSamenvatting
Doel: Ondervoeding is een groot probleem dat de komende jaren toeneemt door o.a. de vergrijzing. Ouderen vormen namelijk een belangrijke risicogroep voor het ontwikkelen van ondervoeding. Doordat ouderen tegenwoordig langer zelfstandig thuis blijven wonen en afhankelijker zijn van zorg van de familie, vrienden en buren, is er minder toezicht op de gezondheid van ouderen. Dit onderzoek geeft inzicht in de prevalentie van ondervoeding bij zelfstandig thuiswonende ouderen en factoren die daarmee geassocieerd zijn. De Haagse Hogeschool hoopt dat de inzichten kunnen worden gebruikt voor lessen in het curriculum, nascholingen voor diëtisten en dat de inzichten hierdoor kunnen bijdragen aan de preventie van ondervoeding bij thuiswonende ouderen.
Methode: De studie had een cross-sectioneel design. Bij zelfstandig thuiswonende ouderen is de SNAQ65+ afgenomen en een aanvullende vragenlijst, om de mogelijke factoren die geassocieerd kunnen worden met ondervoeding te onderzoeken. De uitkomsten zijn geanalyseerd door middel van een Chi-kwadraattoets, univariate en multivariate regressie.
Resultaten: De onderzoekspopulatie bestond uit 400 zelfstandig thuiswonende ouderen, die geen thuiszorg ontvingen en geen chronische ziekte hadden. Van de onderzoekspopulatie bleken 52 respondenten (13%) ondervoed. 5 Respondenten (1%) liepen het risico ondervoed te raken. Een afname van het smaakvermogen, onvoldoende smaakwaardering, minder eten dan gewend, kauwproblemen, kleinere porties gebruiken, het overslaan van maaltijden, een afname van het reukvermogen, hulp krijgen bij het doen van boodschappen, het opgenomen zijn in het ziekenhuis, obstipatie, niet dagelijks buiten komen en nooit of weinig bewegen waren significant geassocieerd met ondervoeding. Rekening houdend met de invloeden van de andere onderzochte factoren en de leeftijd van de respondenten, blijkt dat ouderen die minder zijn gaan eten dan zij gewend waren (OR=2,760) hun smaakvermogen lager waardeerden dan andere respondenten (OR=3,811) wekelijks maaltijden overslaan (OR=3,442) kauwproblemen ervaren (OR=2,310) en nooit 30 minuten of langer aaneengesloten bewegen (OR=3,138) een significant grotere kans te hebben ondervoed te zijn.
Discussie: Diverse studies, inclusief deze, hebben aangetoond aan dat ondervoeding een multifactorieel probleem is. Na analyse van verschillende factoren bleek dat kauwproblemen, afname van het smaakvermogen, weinig bewegen, maaltijden overslaan en minder eten dan gewend het sterkst geassocieerd te zijn met het hebben van ondervoeding. Voor de diëtist is het belangrijk tijdens consulten met ouderen extra aandacht te besteden aan kauwproblemen, het smaakvermogen, bewegen, maaltijden overslaan en minder eten dan gewend, zodat ondervoeding eerder kan worden gesignaleerd en/of voorkomen kan worden. Verder is het belangrijk dat mantelzorgers meer kennis ontwikkelen over het herkennen van ondervoeding en leren hoe zij hierop kunnen anticiperen.
Organisatie | De Haagse Hogeschool |
Opleiding | GVS Voeding en Diëtetiek |
Afdeling | Faculteit Gezondheid, Voeding & Sport |
Jaar | 2017 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |