DANresourCE, Hedendaagse dansers van binnenuit
een onderzoek naar (het meten van) de lichaamssamenstelling van een groep hedendaagse dansers (elite dansstudenten, freelance dansers en company dansers) in NederlandDANresourCE, Hedendaagse dansers van binnenuit
een onderzoek naar (het meten van) de lichaamssamenstelling van een groep hedendaagse dansers (elite dansstudenten, freelance dansers en company dansers) in NederlandSamenvatting
Achtergrond: Dansers zijn atletische kunstenaars werkzaam binnen een gewichtsklassesport. Om te voldoen aan de juiste ranke lichaamssamenstelling zijn dansers geneigd extreme methodes in te zetten. Om complicaties als gevolg hiervan te voorkomen is het meten en monitoren van de lichaamssamenstelling van dansers in de praktijk een belangrijk doel van zorgprofessionals. Ondanks het bewezen belang van de diverse beschikbare methodes worden deze binnen de Nederlandse danswereld nauwelijks ingezet. Het kiezen voor een gevalideerde, praktische meetmethode die past bij de doelgroep is noodzakelijk voor betrouwbare resultaten. Hierbij dient rekening gehouden te worden met het evolueren van de danswereld. Hedendaagse dansers (elite dansstudenten, freelance dansers en company dansers) zijn breder geschoold en excelleren op verschillende danstechnische vlakken. Omdat onderzoek onder hedendaagse dansers mist is het onduidelijk wat de (gewenste) lichaamssamenstelling van deze doelgroep is en welke meetmethode geschikt is in te zetten in de praktijk. De doelen van dit onderzoek zijn dan ook: meer inzicht krijgen in de lichaamssamenstelling en het somatotype van hedendaagse dansers, het correleren van de verschillende meetmethodes, uitkomsten onderzoeken op significante verschillen en op basis van deze uitkomsten een uitspraak doen welke methode het meest betrouwbaar, praktisch en passend is bij hedendaagse dansers ten behoeve van een optimale gezondheidsmonitoring en begeleiding in de praktijk.
Methode: De lichaamssamenstelling (vetmassa, vetvrije massa (bot-, spiermassa)) werd gemeten middels de Dual Energy X-ray Absorptiometry (DEXA), Bioelectrical Impedance Analysis (BIA) en huidplooimetingen (som van 8, volgens de International Society for the Advancement of Kinanthropometry (ISAK) methode). Het somatotype werd bepaald aan de hand van de Heath-Carter methode. Lichaamsvetpercentages werden berekend middels de formules van Durnin & Womersley, Jackson & Pollock, Evans & Yuhasz. De correlatie tussen de meetmethodes en formules werd getoetst door de Spearman toets (p<0,05), significante verschillen werden onderzocht middels de Wilcoxon signed rank toets. De DEXA gold als referentiemethode.
Resultaten: 36 dansers (58% vrouw) van 14 nationaliteiten namen deel aan dit onderzoek. Leeftijd M=23 jaar (17-36), gewicht M=60,3 kg (40-77), lengte M=170,3 cm (156-189). Dansuren per week M=27 (15-68). Gevonden lichaamsvetpercentages: 23,9% (15-34, DEXA), 17,1% (D&W), 12,6% (BIA en Evans), 12,2% (J&P) en 11,1% (Yuhasz). Bot mineraal dichtheid (BMD) was gemiddeld 1,156 g•cm-2 (1,028-1,322). Botmassa M=2,3kg (2-4, DEXA), M=2,6 (BIA), vetvrije massa (VVM) was M=42,3 kg (28-58,3, DEXA), spiermassa M=50,3 kg (BIA). Het gevonden somatotype was mesomorf-ectomorf (1,5-3,5-3,5; mannen ecto-mesomorf (2- 4,5-3,5), vrouwen centraal (3-3-3,5). Correlatiecoëfficiënten tussen de methoden waren r=0,895 (DEXA-BIA) en r=0,905 (DEXA-som van 8 huidplooien). Verschillen tussen meetmethodes waren significant (p<0,0001).
Conclusie, discussie en aanbeveling: Dit onderzoek toont aan dat hedendaagse dansers onderling sterk verschillen in hun lichaamssamenstelling en dat ondanks de verkregen inzichten, zij niet eenduidig te beschrijven zijn. Volgens dit onderzoek is het bepalen van de lichaamssamenstelling door middel van huidplooimetingen een betrouwbare, geschikte en passende methode om in te zetten in de praktijk bij hedendaagse dansers. Bijkomend voordeel is het kunnen bepalen van het somatotype. De meting dient uitgevoerd te worden door een gecertificeerde, geschoolde zorgprofessional volgens vast protocol. Hierbij dient het evolueren van de danswereld en daarmee de veranderde eis aan de lichaamssamenstelling van hedendaagse dansers in acht te worden genomen. Het is discutabel of het bepalen van het lichaamsvetpercentage van toegevoegde waarde is vanwege de formule afhankelijkheid. Gezien het kleine aantal dansers dat deelnam aan deze studie is vervolgonderzoek wenselijk.
Organisatie | De Haagse Hogeschool |
Opleiding | GVS Voeding en Diëtetiek |
Afdeling | Faculteit Gezondheid, Voeding & Sport |
Partner | Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Sport & Bewegen, Lectoraat Sport en Voeding, Nijmegen |
Jaar | 2018 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |