Samenvatting

Aanleiding: In Nederland wijzen 45% van de mensen die in aanmerking komen voor een armprothes de prothese af. De protheses voldoen niet aan de eisen van de gebruikers. Zo worden lichaamsbekrachtigde armprotheses afgewezen omdat het uitvoeren van dagelijkse handelingen veel kracht kost voor de gebruiker.

Doel: Door de knijpkracht te bepalen die nodig is voor dagelijkse handelingen bij het gebruik van een lichaamsbekrachtigde armprothese wordt er meer bekend over de output die haalbaar moet zijn met een armprothese. Vervolgens kunnen protheses worden aangepast, zodat de te benodigde knijpkrachten op een efficiëntere manier worden behaald.

Methode: 15 proefpersonen (8 mannen, 7 vrouwen, 23j ± 2) hebben het prothesegebruik nagebootst met een prothesesimulator. Met rekstrookjes (FCA-1-111) is de knijpkracht voor de TRS VC Hook Grip 2SS en de Otto Bock VC 8K24(L) size 7 ¾+ binnenhandschoen bepaald. Dit werd gedaan voor 12 tweehandige taken.

Resultaten: De range van knijpkrachten voor dagelijkse handelingen ligt tussen 5.4 N (openen van een
cremepotje) en 31.8 N (voor het aantrekken van een sportsok). De onderlinge verschillen tussen de Otto Bock hand en TRS-haak zijn op het gebied van benodigde knijpkrachten minimaal.

Conclusie: Wanneer men wat wil doen aan het hoge percentage afwijzingen van de lichaamsbekrachtigde
armprotheses. Dan moet er voor worden gezorgd dat er met weinig activatiekrachten eenvoudig knijpkrachten tot 32 N kunnen worden worden gerealiseerd met de prothese.