Coöperatieve werkvormen implementeren op Daltonbasisschool De Springplank
Coöperatieve werkvormen implementeren op Daltonbasisschool De Springplank
Samenvatting
Daltonbasisschool De Springplank wil coöperatieve werkvormen implementeren in de school om de samenwerking tussen de leerlingen te versterken en de lessen actiever en uitdagender te maken. De school is nu twee jaar bezig met de implementatie, maar er is geen concreet plan geformuleerd voor deze implementatie, daardoor is het voor de leerkrachten niet duidelijk wat ze moeten doen en hoe ze dat moeten doen. Dit leidt er toe dat coöperatieve werkvormen niet structureel worden ingezet.
Het doel van dit onderzoek is: Het geven van aanbevelingen aan het team van Daltonbasisschool De Springplank om coöperatieve werkvormen geleidelijk op te bouwen en te implementeren in de school en in de groepen, zodat er een doorgaande leerlijn ontstaat met werkvormen die structureel ingezet kunnen worden in groep 1 t/m 8.
Om het doel te bereiken is de volgende hoofdvraag geformuleerd, waar in het theoretisch kader en het praktijkonderzoek antwoord op wordt gegeven.
Op welke wijze kan het team van Daltonbasisschool De Springplank coöperatieve werkvormen geleidelijk opbouwen en implementeren in de school en in de groepen, zodat er een doorgaande leerlijn ontstaat met werkvormen die structureel ingezet kunnen worden in groep 1 t/m 8?
Het theoretisch kader beschrijft vanuit de literatuur hoe coöperatieve werkvormen kunnen worden geïmplementeerd in de specifieke onderwijsvorm van het Daltononderwijs, hoe het werken met coöperatieve werkvormen geleidelijk kan worden opgebouwd en hoe een doorgaande leerlijn kan ontstaan met coöperatieve werkvormen die structureel ingezet kunnen worden in groepen 1 t/m 8.
Tijdens het praktijkonderzoek zijn door het uitvoeren van observaties in de groepen 1/2 C, 3 en 6 en het afnemen van interviews en enquêtes in de school gegevens verzameld over: de wijze waarop het team van Daltonbasisschool De Springplank coöperatieve werkvormen implementeert in de school en in de groepen, en over de problemen die zij bij het implementeren van coöperatieve werkvormen in de school en in de groepen. Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat de coöperatieve werkvormen niet in de drie niveaus worden geïmplementeerd zoals de literatuur dit voorschrijft. De leerkrachten werken buiten de bijeenkomsten niet allemaal gericht samen om werkvormen voor te bereiden en uit te voeren. Dit gebeurt wel steeds meer bij de leerkrachten van de drie kleutergroepen. De werkvormen worden nog niet dagelijks in het lesprogramma toegepast en ze vormen nog geen onderdeel van het onderwijsprogramma van de school. De leerkrachten gebruiken geen vaste werkwijze voor het aanleren, uitvoeren en opbouwen van coöperatieve werkvormen. De leerkrachten gebruiken ook niet dezelfde werkwijze voor het aanleren, uitvoeren en opbouwen van werkvormen. De leerkrachten zijn nog zoekend naar geschikte werkvormen voor hun groep om zo ook variatie te bieden.
De werkvormen worden niet geleidelijk opgebouwd volgens de voorgeschreven stappen uit de literatuur.
Een doorgaande leerlijn in werkvormen van groep 1 t/m 8 ontbreekt nog, doordat de werkvormen nog niet een vast onderdeel zijn van het onderwijsprogramma en niet alle leerkrachten gericht samenwerken. Aan het team van Daltonbasisschool De Springplank worden aanbevelingen gegeven om bij de implementatie van coöperatieve werkvormen drie kernpunten te gebruiken. Deze kernpunten kunnen gebruikt worden bij het opstellen van een implementatieplan.
De drie kernpunten zijn:
1. Implementeren op drie niveaus: op schoolniveau, leerkrachtniveau en groepsniveau
2. het geleidelijk opbouwen van coöperatieve werkvormen
3. het realiseren van een doorgaande leerlijn
Per kernpunt worden concrete suggesties beschreven die de school als handvatten kan gebruiken.
Organisatie | De Haagse Hogeschool |
Opleiding | SWE Opleiding tot Leraar Basisonderwijs |
Afdeling | Faculteit Sociaal Werk & Educatie |
Jaar | 2016 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |