De rol van de huidtherapeut in de Digitale Verwijsgids Oncologie
De rol van de huidtherapeut in de Digitale Verwijsgids Oncologie
Samenvatting
Inleiding: Uit een enquête die Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) heeft gehouden onder 650 zorgverleners, blijkt dat ongeveer 90% van de zorgverleners behoefte heeft aan een overzicht van disciplines die ondersteunende behandelingen en begeleiding bieden aan patiënten na een doorgemaakt carcinoom (Kolman, 2014). De Digitale Verwijsgids Oncologie (DVO) is bedoeld om zorgverleners, kankerpatiënten en hun naasten een overzicht te geven bij het vinden en verkrijgen van deskundige en betrouwbare, ondersteunende behandel- en begeleidingsmogelijkheden van disciplines. Het gaat om zorgmogelijkheden op zowel regionaal als landelijk niveau, zoals huidtherapeuten, fysiotherapeuten, psychosociale hulp et cetera (Kolman, 2014).
Probleemstelling: Hoe kun je de Digitale Verwijsgids Oncologie (DVO) zo effectief mogelijk gebruiken als het gaat om behandel- en begeleidingsmogelijkheden van de huidtherapeut bij de doelgroep vrouwen na een doorgemaakt invasief ductaal mammacarcinoom (borstkankerpatiënten) tussen de 50-75 jaar waarbij een ablatio mammae en okselklierdissectie is uitgevoerd?
Methode: De probleemstelling is beantwoord met behulp van literatuuronderzoek en een interview voor mammacareverpleegkundigen en borstkankerpatiënten. Deze interviews waren verspreid onder 150 mammacareverpleegkundigen en tien borstkankerpatiënten. Het interview is door tien mammacareverpleegkundigen en drie borstkankerpatiënten voltooid.
Resultaten: In de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO) is het recht van patiënten op informatie vastgelegd. Uit het onderzoek van Bosch (2010) bleek dat patiënten ontevreden waren over het informatiepakket van het ziekenhuis. De huidtherapeut had een belangrijke rol bij de borstkankerpatiënten die een ablatio mammae en/of okselklierdissectie hadden ondergaan (Rockson, 2010). De mammacareverpleegkundigen waren het meest bekend met de behandelingen littekenmassage (60%) en manuele lymfdrainage (50%) van de huidtherapeut. Waarvan 40% van de mammacareverpleegkundigen meerdere (> 5) behandel- en begeleidingsmogelijkheden konden noemen. In de DVO wilden de mammacareverpleegkundigen alle behandel- en begeleidingsmogelijkheden van de huidtherapeuten en diverse disciplines (50%) inzichtelijk hebben. Daarnaast gaven de mammacareverpleegkundigen aan een overzicht te willen van namen en adressen van gecertificeerde gespecialiseerde huidtherapeuten (50%). 60% van de mammacareverpleegkundigen vonden het belangrijk dat de patiënt preoperatief op de hoogte werd gesteld van de DVO met een toelichting (mondelinge en/of op schrift).
Conclusie: Borstkankerpatiënten zijn ontevreden over de informatieverstrekking. De borstkankerpatiënten ontvangen teveel schriftelijke informatie. Uit het praktijkonderzoek blijkt dat niet alle behandel- en begeleidingsmogelijkheden van de huidtherapeut bekend zijn bij mammacareverpleegkundigen en borstkankerpatiënten. De DVO kan zo effectief mogelijk worden ingezet als alle behandel- en begeleidingsmogelijkheden van de huidtherapeut en overige disciplines, soorten therapieën, duur behandeling en effecten, namen van behandelaars en adressen van gecertificeerde gespecialiseerde (huid)therapeuten te vinden zijn. Een groot deel van de mammacareverpleegkundigen en alle borstkankerpatiënten vinden het belangrijk dat de patiënt preoperatief op de hoogte wordt gesteld van de DVO met een toelichting (mondelinge en/of op schrift). Het inzetten van de DVO gebeurt postoperatief of tijdens de follow-up. Voorwaarde is dat de DVO up-to-date, overzichtelijk en gebruikersvriendelijk is.
Organisatie | De Haagse Hogeschool |
Opleiding | GVS Huidtherapie |
Afdeling | Faculteit Gezondheid, Voeding & Sport |
Partner | Integraal Kankercentrum Nederland, Utrecht |
Jaar | 2015 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |