Een andere kijk op spiegeltherapie
Een andere kijk op spiegeltherapie
Samenvatting
In deze scriptie wordt beschreven of het mogelijk is spiegeltherapie voor de hand te digitaliseren met behulp van de Oculus Rift en de Leap Motion. Er is hiervoor een programma gemaakt en daarna een meting gehouden om te onderzoeken of het programma een positief effect heeft. De hypothese was dat het programma een positief effect zou hebben en klachten van testpersonen zou verminderen, maar dat de patiënt wel zou moeten moet wennen aan de omgeving en de spiegeling van de hand.
In de literatuurstudie is onderzocht hoe spiegeltherapie werkt, welke patiënten hier gebruik van maken en hoe effectief het is. Het blijkt dat spiegeltherapie niet alleen werkt bij onderarmamputatiepatiënten, maar ook bij mensen met een hemiplegie of CRPS type 1. Spiegeltherapie heeft echter wel een aantal nadelen. Zo is het bereik van de spiegel afhankelijk van de grootte van de spiegel. Ook geldt: hoe groter de spiegel, hoe lastiger deze te vervoeren is. Bovendien is er een reële kans dat de patiënt gaat spieken, waardoor het effect van spiegeltherapie vrijwel meteen weg is. De effectiviteit van spiegeltherapie verschilt per aandoening.
Er is gekozen voor onderarmamputatiepatiënten als doelgroep omdat traditionele spiegeltherapie met name bij die doelgroep toegepast wordt en de gekozen apparatuur niet beïnvloed wordt door de geamputeerde hand.
Het ontwikkelde programma maakt gebruik van de Leap Motion en de Oculus Rift. Voordelen van de Leap Motion zijn, een groot meetbereik en het feit dat de Leap Motion geen gebruik maakt van sensoren op de arm. De Oculus Rift is het meest toegankelijk apparaat dat op de huidige markt te koop is. Tevens is, naast rotatie, translatie mogelijk met het beeld van de Oculus Rift.
Voor het ontwerpen van het programma is een lijst van eisen en wensen opgesteld. Hierin zijn ook de eisen en wensen van de therapeuten opgenomen. Vervolgens is er een ontwerpboom gemaakt waarin de keuzes zijn weergegeven.
Bij het ontwikkelen van het programma is een aantal programma-technische keuzes gemaakt. Deze keuzes vormden het fundament van het programma. Daarnaast leidden de wensen en eisen van de therapeuten ertoe dat het programma is opgesplitst in verschillende, zelfstandig functionerende toepassingen. Door een van de toepassingen te kiezen, stemt de therapeut het programma op de patiënt af. Voor deze scriptie zijn er twee toepassingen gemaakt waarvan er één gericht is op de fijne motoriek en de ander op de grove motoriek.
Voor de evaluatie is een test uitgevoerd met een patiënt met een vegetatief zenuwletsel. Bij het testen, gaf de patiënt voor de meting een waarde van 5 aan op een schaal van 1 tot 10, waarbij één staat voor verlamde functionaliteit en tien voor normale functionaliteit. Na het testen van het programma gaf de patiënt een waarde van zeven op dezelfde schaal aan. Uit deze test lijkt het programma een positieve werking te hebben op deze patiënt met een vegetatief zenuwletsel. Naast de kwantitatieve resultaten, gaf de patiënt aan dat het programma zeer motiverend is, vanwege de speelfactor.
Organisatie | De Haagse Hogeschool |
Opleiding | GVS Bewegingstechnologie |
Afdeling | Faculteit Gezondheid, Voeding & Sport |
Jaar | 2015 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |