Je harde schijf in overdrive
Een onderzoek naar het ontwikkelen van een beeldend therapeutische interventiebeschrijving voor volwassenen met niet-aangeboren hersenletsel, gericht op verlieservaringJe harde schijf in overdrive
Een onderzoek naar het ontwikkelen van een beeldend therapeutische interventiebeschrijving voor volwassenen met niet-aangeboren hersenletsel, gericht op verlieservaringSamenvatting
Een onderzoek naar het ontwikkelen van een beeldend therapeutische interventiebeschrijving voor volwassenen met niet-aangeboren hersenletsel (NAH), gericht op verlieservaring. Het onderzoek is uitgevoerd bij de instelling Siza, te Arnhem. De opzet is een ontwerponderzoek, benaderd vanuit de kwalitatieve benadering, gebruik makend van het kwalitatief survey en interview. Het doel van dit onderzoek is om een product (in deze een interventiebeschrijving) te ontwikkelen die aansluit op de verliesbehoeften van mensen met NAH. De hoofdvraag is als volgt:
Wat is nodig voor een passende beeldende interventiebeschrijving gericht op de rouwbehoeften voor volwassenen met niet-aangeboren hersenletsel in de chronische fase?
De volgende deelvragen zijn behandeld:
1. Hoe verloopt het rouwproces bij NAH?
2. Wat is binnen het rouwproces nodig om te kunnen voorzien in de rouwbehoeften?
3. Hoe kan beeldende therapie ingezet worden om de rouwbehoeften te beantwoorden?
Conclusie
Uit het theoretisch kader blijkt dat er geen passende interventie is voor mensen met NAH. Bestaande rouwmodellen richten zich op verlies na overlijden met een eindpunt, waarna het leven verder gaat. Bij NAH is er geen eindpunt, maar een begin zonder einde: een levend verlies.
De rouwbeleving verloopt anders ten opzichte van andere rouwprocessen. Het rouwproces heeft een terugkerend karakter waarbij de focus ligt op hoe het vroeger was in vergelijking met nu. Het letsel is intrinsiek en de beperking vormt een obstakel in het oppakken van het leven. De KERN is aangetast. Er is een taak ontstaan om een nieuwe relatie met een veranderd leven op te bouwen en een nieuwe identiteit te bepalen. Er ontstaat een transitieproces. Uit het onderzoek zijn de drie pijlers Aansluiten, Het Verhaal en Persoonlijk Herstel naar voren gekomen waarmee gewerkt kan worden om de transitie te kunnen maken.
Geconcludeerd kan worden dat een beeldend therapeutische interventiebeschrijving voor het rouwproces bij NAH de mogelijkheid moet bieden om het terugkerende karakter van de verlieservaring te kunnen ondervangen. Verder moet de interventiebeschrijving ondersteunen bij de transitie naar – en integratie van een nieuwe identiteit.
Dit wordt mogelijk door reminiscentie in te zetten als methode, waarbij de cliënt – afhankelijk of de focus ligt op recent opgedane positieve of negatieve ervaringen – behoeftegericht kan werken aan zowel zijn levensverhaal als persoonlijk herstel. Hierbij wordt reminiscentie voornamelijk ingezet om belangrijke gebeurtenissen naar voren te halen.
Integratie vindt plaats door de belangrijke gebeurtenissen in het ETC op verschillende niveaus te onderzoeken. In de pijler Het Verhaal werkt men met de emoties die bij het verlies komen kijken. In de pijler Persoonlijk Herstel werkt men met het integreren van krachtbronnen, het oppakken van de eigen regie en hernieuwde zingeving. De ervaringen verankeren in het kernzelf, wat een identiteitstransformatie tot stand brengt en de KERN verstevigt.
Werkmodel
Op basis van de conclusie is een beeldend therapeutisch werkmodel ontworpen die in beeldende therapie aangehouden kan worden tijdens het rouwproces. In het model zijn bestaande theorieën, modellen en werkwijzen op vereenvoudigde wijze samengevoegd tot een bruikbare interventie die de identiteitstransitie kan bewerkstelligen. Het model brengt het transitieproces onder de aandacht in combinatie met hoe het ingezet kan worden in beeldende therapie.
Organisatie | HAN University of Applied Sciences |
Opleiding | Vaktherapie |
Afdeling | Academie Gezondheid en Vitaliteit |
Partner | Siza |
Datum | 2017-06-01 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |