Het effect van nocebo- en Placebo taalgebruik van fysiotherapeuten op angstniveau en ziektepercepties bij laagopgeleiden
Een randomized controlled trialHet effect van nocebo- en Placebo taalgebruik van fysiotherapeuten op angstniveau en ziektepercepties bij laagopgeleiden
Een randomized controlled trialSamenvatting
Introductie:
Laagopgeleide cliënten zijn zowel voor als na het bezoek aan een fysiotherapeut angstiger dan hoogopgeleide cliënten. Een belangrijke factor die positieve of negatieve invloed kan uitoefenen is verbale communicatie door middel van het placebo- en nocebo-mechanisme. Uit literatuur blijkt dat negatief taalgebruik een relatie heeft met de mate van angst en bezorgdheid over de klacht. Het is van belang om te onderzoeken hoe communicatie aangepast kan worden om rekening te houden met de verminderde gezondheidsvaardigheden van laagopgeleiden die een fysiotherapeut bezoeken. Als er geen rekening zal worden gehouden met taalgebruik zullen zij kampen met lagere mentale en fysieke gezondheid; verminderd gebruik van preventieve zorg; verhoogde kans op een
ziekenhuisopname en verhoogde zorgkosten.
Doelstelling:
Het doel van deze Randomized Controlled Trial is om te onderzoeken wat het effect van nocebo en
placebo taalgebruik is op het angstniveau en ziektepercepties bij laagopgeleiden na voorlichting van
een fysiotherapeut. Het secundaire doel van deze studie is om te onderzoeken wat het verschil in
angst en ziektepercepties is tussen laagopgeleiden en niet-laagopgeleiden.
Methode:
Er zijn 36 deelnemers in de placebo- en 35 deelnemers in de nocebo interventiegroep gerandomiseerd. Zij hebben een video gezien waarin een fysiotherapeut educatie geeft over lage rugklachten met placebo of nocebo taal. Aansluitend hebben de deelnemers vier vragenlijsten ingevuld: State Trait Anxiety Index-Dutch Y (STAI-DY), Ilness and Perceptions Questionnaire - Kort (IPQ-K), Working Alliance Inventory-Rehabilitation Dutch (WAI-ReD) en de Video Engagement Scale Short Form (VES-SF).
Resultaten:
STAI-DY: Er is geen significant verschil gevonden in angstscore tussen de placebo- en nocebo interventiegroep bij laagopgeleiden. Er is door de hoogopgeleiden gemiddeld 5,53 punten significant hoger gescoord op de STAI-DY dan laagopgeleiden (p=0,04) bij de nocebo interventiegroep. De laagopgeleiden hebben minimaal hoger geschoord op de STAI-DY dan middelbaar opgeleiden bij de nocebo interventiegroep (p= 0,99). IPQ-K: De laagopgeleiden in de nocebo interventiegroep scoren enkel op het item (behandeling) gemiddeld 1,05 punten significant hoger dan laagopgeleiden in de placebo interventiegroep (p=0,04). In de nocebo interventiegroep scoren de laagopgeleiden enkel op het item (duur) gemiddeld 0,02 punten hoger dan de hoogopgeleiden. Enkel op het item (invloed) is gemiddeld 2,02 punten significant hoger gescoord door hoogopgeleiden in de nocebo interventiegroep vergeleken
met laagopgeleiden in de nocebo interventiegroep (p=0,02). In de nocebo interventiegroep zijn geen significante verschillen gevonden tussen laag- en middelbaar opgeleiden.
Conclusie/Discussie:
De resultaten uit deze studie komen niet overeen met de opgestelde hypotheses en met de resultaten uit andere literatuur. Een verminderd inlevingsvermogen bij laag-en middelbaar opgeleide deelnemers kan dit mogelijk verklaren. Het lijkt erop dat de methodologie van deze studie wel geschikt is om het verschil in angstniveau tussen de nocebo en placebo interventiegroep bij hoogopgeleiden zonder rugklachten te meten. Dit betekent dat er in de toekomst rekening moet worden gehouden met het uitvoeren van studies die aanspraak maken op het inlevingsvermogen bij laag- en middelbaar opgeleiden. De consequentie is dat met de resultaten van deze studie geen aanbevelingen kunnen worden gegeven voor de praktijk.
Organisatie | HAN University of Applied Sciences |
Opleiding | Fysiotherapie |
Afdeling | Academie Paramedische Studies |
Partner | Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
Datum | 2022-01-16 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |