Samenvatting

In de afgelopen jaren is de vraag naar duurzamere gebouwen in Nederland sterk
toegenomen, voornamelijk door de stijgende kosten van verwarming en het klimaatakkoord
dat beoogt: “alle woningen voor 2050 van het gas te koppelen”. Om aan deze vraag te
voldoen is het essentieel om methodes te onderzoeken en toe te passen om de warmtevraag
te verminderen en gebouwen geschikt te maken voor aardgasvrije warmte opwekkingssystemen. De hoofdvraag van ons onderzoek luidt:
“Welke bouw- en installatietechnische aanpassingen zijn het beste haalbaar voor galerij-
/portiekflats, gebouwd tussen 1950-1975, om deze van het gas af te koppelen en het
energieverbruik-/milieu impact hiervan te reduceren?”
Onder “haalbaar” verstaan we: bewezen werkbaarheid, toekomstbestendigheid en
betaalbaarheid ter instemming van bewoners.
Dit afstudeerverslag is opgesteld a.d.h.v. de resultaten uit het uitgevoerde onderzoek, waarbij
specialisten zijn betrokken uit het werkveld, dit om een zo’n concreet mogelijk advies te
kunnen geven. Omdat de onderzoekvraag erg breed is en niet project specifiek is, zullen de
geadviseerde resultaten enkel als onderlegger gebruikt kunnen worden voor het
verduurzamen van deze type gebouwen. Daarom zal er per project nog gespecificeerd
onderzoek gedaan moeten worden, voordat deze daadwerkelijk verduurzaamd wordt.
Tijdens de beginfase van dit onderzoek is onderzocht wat de overeenkomende kenmerken
zijn van dit type gebouwen. Dit is gedaan doormiddel van onderzoek naar zeven
referentieprojecten van verschillende omvang. Op basis hiervan is een standaard opgesteld
met kenmerkende eigenschappen voor het te geven advies. Vervolgens is er ingegaan op de
verschillende risico’s die zich voordoen bij het verduurzamen van deze portiek-/galerijflats.
Toen de beginfase was afgerond, is onderzoek gedaan naar de beste haalbare bouw- en
installatietechnische aanpassingen. Dit bevatte een brede verkenning van alle mogelijke
verduurzamingsopties, gevolgd door een verdiepend onderzoek a.d.h.v. opgestelde criteria
waarin de best haalbare bouw- en uitvoeringsmethode naar voren kwam.
Deze best haalbare bouw- en uitvoeringsmethodes zijn daarna besproken met 14 bedrijven
uit het werkveld, waarbij is gericht op praktische haalbaarheid. Na al deze interviews en
onderzoek is het financiële aspect per woning voor de verduurzamingen opgesteld, uiteraard
zijn ook deze resultaten behandeld met deskundige uit het werkveld.
Tot slot was de impact op de bewoners voor, tijdens en na de verduurzaming van belang om
de verduurzamingen tot een succes te brengen. Vandaar dat deze ook zijn meegenomen in
het eindadvies