Samenvatting

Het vertrek punt van dit onderzoek is de krapte op de arbeidsmarkt. Hierdoor wordt het steeds moeilijker voor organisaties om het juiste personeel te werven. Dit geldt ook voor de organisatie Alliander. Naast de krapte op de arbeidsmarkt bevind Alliander zich ook nog midden in de energietransitie. Alliander heeft daar door veel werk dat gedaan moet worden om ervoor te zorgen dat iedereen gebruik kan maken van betrouwbare, betaalbare en duurzame energie, nu en in de duurzame toekomst. Door deze groei in werk, is er een grotere vraag naar technici. Het vinden van die technici is een grote uitdaging door de krapte op de arbeidsmarkt. Alliander zet daarom verschillende middelen in om het wervingsprobleem tegen te gaan. Een van die middelen die Alliander inzet is het gebruik van stages als wervingsmiddel. Alliander probeert op deze manier jongeren te binden en te boeien om zo het wervingsprobleem tegen te gaan. Daarom is er ook een stagedoel van 100 stagiairs per jaar waar Alliander naar streeft.
Bij het stagedoel van Alliander zijn er twee zaken die verbeterd moeten worden. Ten eerste wordt het stagedoel niet consistent behaal, in het jaar 2019 waren er 88 stagiairs aangenomen bij Alliander. Ten tweede is er een ondervertegenwoordiging te zien van het aantal technische stages, terwijl dit vakgebied juist het belangrijkste is voor Alliander. Wat opvalt is dat bij het vakgebied IT van Alliander het aanbieden van stages een stuk beter gaat, terwijl hier ook een erg krappe arbeidsmarkt voor geldt. Het onderzoek focust zich dan ook op het aanbieden van stageplekken en welke factoren daar invloed op hebben. Naast een focus op de uitdagingen van het aanbieden van stages wordt er ook gekeken naar wat goed gaat. Dit wordt mede gedaan door ook het vakgebied IT te betrekken in dit onderzoek om te achterhalen waar de verschillen tussen de twee vakgebieden liggen. Bij het vakgebied IT worden er meer stages per jaar aangeboden.
Er is gebruik gemaakt van een kwalitatief onderzoek om de ervaringen van (potentiële) stagebegeleiders te onderzoeken. De belangrijkste conclusie is dat er een gebrek aan tijd is om een stagiair te kunnen begeleiden, de eisen van onderwijsinstellingen in sommige gevallen zo complex zijn dat het aanbieden van een stageplek mislukt en dat het stagedoel van Alliander niet bekend is. Bij IT wordt er door een aantal afdelingen gewerkt met een centraal aanspreekpunt voor stages en dat werkt prettig. Dit is iets waar het vakgebied techniek wellicht van kan leren.