De pedagogische civil society
hoe worden ouders, met behulp van sociale professionals, zelfstandiger binnen de Pedagogische civil society?De pedagogische civil society
hoe worden ouders, met behulp van sociale professionals, zelfstandiger binnen de Pedagogische civil society?Samenvatting
Door de transitie in 2015 is de jeugdzorg veranderd. Een van deze veranderingen is dat de sociale professionals zich meer richten op het versterken van de sociale netwerken van de jongeren en de ouders. Verschillende organisaties die betrokken zijn bij alle veranderingen (Bijzonder Domein Jeugd) hebben een onderzoek gefinancierd, die gaan kijken welke veranderingen er allemaal plaats gaan vinden in de Jeugdhulpverlening en wat dit met zich mee brengt. Dit onderzoek ‘Jeugdhulpverlening in opschudding’ (Feringa, Sanden, Peels, & Linders, 2015) gaat in op 3 verschillende veranderingen. Een daarvan is de Pedagogische Civil society. Dit onderzoek richt zich op de Pedagogisch Civil Society.
De Pedagogische Civil Society gaat vooral over het feit dat het opvoeden van kinderen niet meer de zaak is van de ouders alleen, maar ook van diens netwerk. Sociale professionals in de jeugdhulpverlening worstelen met hun nieuwe rollen en verantwoordelijkheden (Feringa et al., 2015). Er is een gebrek aan kennis bij de professionals binnen het Bijzonder Domein Jeugd om de ouders en de kinderen hierin goed te kunnen begeleiden.
In dit onderzoek is er onderzocht hoe pedagogisch medewerkers, werkzaam binnen het Bijzonder Domein Jeugd, ouders met een hulpvraag over de gedragsproblematieken van hun kinderen, kunnen begeleiden in het hulp vragen aan het eigen sociale netwerk zodat zij zelfstandiger worden in de Pedagogische Civil Society. In dit onderzoek zijn er tien ouders geïnterviewd, die een hulpvraag hebben over de gedragsproblemen van hun kinderen en die al hulp hebben gezocht bij professionals. Hierdoor kon er gekeken worden naar, hoe de ouders begeleid zijn door de professionals in het hulpvragen aan het sociale netwerk en wat de wensen en behoefte zijn van de ouders bij deze begeleiding.
Hier is uitgekomen dat de ouders die vóór de transitie hulp hebben gezocht weinig tot geen begeleiding daarin hebben gehad. Ouders die ná 2015 hulp hebben gezocht zijn wel begeleid, maar volgens de ouders is dit minimaal geweest en op de verkeerde manier.
De ouders zouden graag meer begeleiding willen in het hulpvragen aan het eigen netwerk door middel van duidelijke en concrete uitleg van de professionals over, hoe ze hulp kunnen vragen, wat er onder het sociale netwerk valt en wat de meerwaarde hiervan is. Een andere conclusie is dat de begeleiding die de ouders hebben gehad op een, volgens de ouders, verkeerde manier wordt gegeven. Zoals bijvoorbeeld, eigen kracht conferenties die niet goed geleid worden of waar te veel afgedwaald wordt van de hulpvraag van de ouders. Het sociale netwerk wordt volgens de ouders te weinig bij het gehele proces betrokken, dit zou anders kunnen door het sociale netwerk bijvoorbeeld cursussen aan te bieden. Nog een conclusie die uit dit onderzoek is gekomen is dat de oudercontact avonden waar de ouders aan deelgenomen hebben van grote meerwaarde zijn bij het uitbreiden en het hulpvragen aan het sociale netwerk. In de aanbevelingen staan verschillende manieren hoe pedagogisch medewerkers ouders kunnen begeleiden bij het hulpvragen aan het sociale netwerk, zodat ze aansluiten bij de wensen en behoeften van de ouders.
Organisatie | Fontys |
Opleiding | Sociale Studies |
Afdeling | Fontys Sociale Studies |
Partner | Bijzonder Domein Jeugd |
Datum | 2017-08-17 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |