Voorkomen is beter dan genezen
Voorkomen is beter dan genezen
Samenvatting
"
De mogelijkheid bestaat dat (hoog)begaafde leerlingen in het basisonderwijs niet altijd de gewenste scholing en ondersteuning krijgen die zij nodig hebben om tot ontwikkeling te komen. Dit kan zich uiten in: verveling, gebrek aan motivatie, het niet goed beheersen van leer- en werkstrategieën, een verlaagd zelfbeeld en ongelukkig zijn. Op het voortgezet onderwijs kunnen zij dan in de problemen komen. Hier worden zij namelijk op hun niveau aangesproken, maar zij weten niet wat leren is. Ook kunnen zij door het hogere niveau fouten gaan maken, maar zij hebben niet geleerd hoe ze hiermee om moeten gaan. Ik vind het van belang om goed aan te kunnen sluiten op de behoeften van (hoog)begaafden en daarmee het welbevinden van deze leerlingen positief te houden of te verhogen. Hiervoor wil ik mogelijkheden creëren, zodat deze leerlingen voldoende uitgedaagd worden en daarbij een op hun educatieve behoeften aangepast programma aangeboden krijgen om zich voor te kunnen bereiden op het voortgezet onderwijs.
In dit meesterstuk wordt onderzocht of het welbevinden van (hoog)begaafde leerlingen uit groep 7-8 verhoogd kan worden door middel van een plusklas op het voortgezet onderwijs.
Voor leerlingen die minder goed mee kunnen met het huidige programma is er van alles, maar voor leerlingen die juist bovenin presteren, is er niet altijd een mogelijkheid om hen te voorzien in hun educatieve behoeften. Wat echter wel belangrijk is, is dat deze leerlingen uitgedaagd worden, want als (hoog)begaafde kinderen niet uitgedaagd worden, kunnen zij gaan onderpresteren. Onvoldoende uitdaging is één van de factoren van onderpresteren.
Door middel van literatuuronderzoek is onderzocht hoe begaafdheid tot uiting komt, welke invloed de omgeving heeft, hoe begaafden denken, hoe onderpresteren ontstaat en wat voor effect dit alles heeft op het welbevinden van deze kinderen.
Voor de uitvoering van dit onderzoek heb ik twee scholen benaderd waarmee ik ben gaan samenwerken. Zij selecteerden negen leerlingen die aan bepaalde criteria moesten voldoen.
Vier maanden lang kwamen de geselecteerde leerlingen iedere donderdagmiddag van 12.30u tot 14.30u naar mij toe. Tijdens deze uren zijn we aan de slag gegaan met modules die ik speciaal voor deze doelgroep ontwikkeld heb.
Om een goed onderzoeksbeeld te krijgen, zijn de leerlingen, hun ouders en hun leerkrachten bevraagd middels een vragenlijst. Eén lijst als nulmeting en één als eindresultaat. Daarnaast is door middel van toetsing, interviews en observatie een conclusie tot stand gekomen. Vragen die hierbij aan de orde kwamen, hadden te maken met het welbevinden van de leerlingen en de inhoud- en opbrengst van de modules.
Uit de conclusie blijkt dat een plusklas, voor (hoog)begaafde leerlingen uit groep 7 en 8, op het voortgezet onderwijs een verrijking is voor het welbevinden van deze kinderen.
Omdat deze kinderen inderdaad baat hebben bij een plusklas, op het voorgezet onderwijs zou ik de lijn door willen trekken naar klas 1 en 2 atheneum van het voortgezet onderwijs. Op die manier kan ik een doorlopende leerlijn ontwikkelen waarbij getalenteerde leerlingen zich ook blijven ontwikkelen.
"
Organisatie | Fontys |
Afdeling | Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg |
Jaar | 2011 |
Type | Master |
Taal | Nederlands |