Vakwerkplanontwikkeling lichamelijke opvoeding voor het Merlet College Mill
Vakwerkplanontwikkeling lichamelijke opvoeding voor het Merlet College Mill
Samenvatting
De scriptie start met een hoofdstuk over de inhoud van een vakwerkplan. Startsituaties en beleid, visie, het onderwijsprogramma, de vormgeving en evaluatie (Faber, 1993)(Fontys Sporthogeschool, 2008/2009) horen bij deze inhoud. De onderdelen zullen besproken en uitgelegd worden. Daarnaast zal de startsituatie en beleid van het Merlet College Mill beschreven worden in dit hoofdstuk. Het hoofdstuk sluit af met een paragraaf over implementatie van een vakwerkplan. Hoe gaat dit in zijn werk en hoe ver is de vaksectie met het implementeren van dit product? De fases van het implementatieproces (TNO, z.j.) zullen verbonden worden met het betrokkenheidsmodel (Schermer, 1991) om dit duidelijk weer te kunnen geven. Het volgende hoofdstuk, hoofdstuk 2, zal gaan over vakconcepten. Vakconcepten geven een bepaalde visie op bewegingsonderwijs. Van Crum, Siedentop, Kurz, Balz en Jewett en Bain (Stegeman en Faber, 1998) zullen de vakconceptuele indeling besproken en uitgelegd worden. Hoofdstuk 3 staat in het teken van de inhoud van het onderwijsprogramma. Het onderwijsprogramma moet aan bepaalde regels en voorschriften voldoen. Hierbij gaat het over de kerndoelen (Instituut voor Leerplanontwikkeling SLO, 2007) en eindtermen (Instituut voor Leerplanontwikkeling SLO, 2002) voor het VMBO. De uitgebreide uitwerking van deze kerndoelen en eindtermen zijn te vinden in bijlage II en III. Dit hoofdstuk is van belang omdat het product, een vakwerkplan voor de vaksectie lichamelijke opvoeding van het Merlet College Mill, moet voldoen aan deze, door de overheid, voorgeschreven eisen. Hoofdstuk 4 gaat over beoordelen. Alles wat te maken heeft met beoordelen staat hierin beschreven. Wat is het doel van beoordelen(Kramer 2008), wat zijn de kenmerken van beoordelen (Huisman, 2001), welke soorten beoordelingen zijn er (Huisman, 2001)(van Berkel en Bax, 1993), hoe zit het met beoordelen door de docent of door een leerling (Huisman, 2001) en zijn er bepaalde formulieren die beoordelen gemakkelijker of overzichtelijker kunnen maken. In het stuk van de beoordelingsformulieren zal het beoordelen met Rubrics (Kramer 2008)(Brouwers, z.j.) besproken worden. Hoofdstuk 5 gaat over de onderlinge relaties die er in een vakwerkplan aanwezig zijn. Alles binnen een vakwerkplan is namelijk afhankelijk van elkaar en de visie van de vaksectie, welke beschreven wordt in de resultaten en zijn opbouw kent vanuit de vakconcepten uit hoofdstuk 2, staat daarbij aan de basis. De inhoud van een vakwerkplan moet consistent zijn en dus is alles afhankelijk van de visie van de vaksectie. De inhoud van dit hoofdstuk gaat met name over de relatie tussen de visie en vormgeving van het onderwijs en tussen de visie en de evaluatie van het onderwijs. Variabelen zoals didactische werkvormen, rol van de docent, omgang met de leerlingen, lesorganisatie, studiewijzers en samenwerkingsverbanden met derden (Loo, 2000)(Hoogeveen en Winkels, 2003)(Faber, 1993) krijgen vorm aan de hand van de visie van de vaksectie. Maar ook zaken als de rol van leerlingen bij beoordelen, de soorten beoordelingen en het gebruik van beoordelingsformulieren (Huisman, 2001) zijn afhankelijk van deze onderwijsvisie. Al deze relaties worden dus onder de loep genomen in hoofdstuk 5.
Vanaf hoofdstuk 6 gaat het over het praktijkonderzoek. In dit hoofdstuk worden de verschillende stappen en keuzes van het praktijkonderzoek verantwoord. Het hoofdstuk eindigt met een analyseschema waarin duidelijk te zien is welke kernlabels antwoord geven op welke deelvragen. Hoofdstuk 7 bevat de resultaten van het praktijkonderzoek. Het onderzoek bestaat uit interviews met de sectieleden. Tijdens deze interviews werd hun visie op het onderwijs, het onderwijsprogramma en beoordelen bevraagd. Een compacte, overzichtelijke samenvatting van deze bevindingen staan, verdeeld in 25 labels, in dit hoofdstuk. Voor de complete uitwerking van de interviews wordt verwezen naar bijlage V t/m VII. De gelabelde interviews zijn te vinden in bijlage VIII t/m X. Daarnaast is de topiclijst, ook wel het interviewschema genoemd, te vinden in bijlage IV en is de operationalisatie van het interview te vinden in bijlage XI.
Na de resultaten volgen de conclusies. Dit gedeelte is opgesplitst in 2 delen. In het eerste gedeelte worden conclusies getrokken uit de hoofdstukken 1 t/m 4. Dit moest namelijk al gebeuren voordat de interviews afgenomen konden worden. Bepaalde conclusies hebben namelijk invloed gehad op de vorm van de topiclijst. Het tweede gedeelte van de conclusies bevat de conclusies welke getrokken zijn uit hoofdstuk 5 en de resultaten. Deze conclusies waren namelijk weer afhankelijk van de resultaten uit de interviews. De scriptie eindigt met de aanbeveling en discussie. In de aanbeveling wordt aangegeven voor wie de scriptie en het product bedoeld is en wat de praktische waarde is van het product. Tevens worden hier tips gegeven voor vervolgonderzoeken en wordt er een relatie gelegd tussen de theorie en de lespraktijk. In de discussie worden de sterke en zwakke punten van het praktijkonderzoek en het literatuuronderzoek beschreven. Tevens worden hier de validiteit en betrouwbaarheid van het onderzoek besproken en wordt de scriptie in een breder perspectief geplaatst.
Organisatie | Fontys |
Afdeling | Fontys Sport en Bewegen |
Partner | Merlet College te Mill |
Jaar | 2009 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |