Technologische hulpmiddelen en zelfredzaamheid, een inventarisatie van zorgsituaties
Technologische hulpmiddelen en zelfredzaamheid, een inventarisatie van zorgsituaties
Samenvatting
Nederland 'vergrijst', en daarmee groeit de behoefte aan zorg sterk. De overheid en patiëntenorganisaties zetten steeds meer in om ouderen zo lang mogelijk zelfredzaam te laten zijn en zélf de regie te laten voeren. Technologie in zorg wordt gezien als één van de oplossingen hiervoor. De Community of Practice (CoP) Technologie en Persoonsgerichte zorg (Lectoraat Fontys Hogeschool Verpleegkunde) doet hiernaar onderzoek en heeft deze opdracht geformuleerd. In samenwerking met de thuiszorg van de XXX (X) is deze opdracht vervolgens uitgevoerd.
De probleemstelling die geformuleerd is voor dit praktijkonderzoek afstuderen luidde:
'In welke concrete zorgsituaties bij de cliënten van de thuiszorgteams A en B van de X kan het gebruik van technologische hulpmiddelen uitkomst bieden om de zelfredzaamheid en zelfregie van deze cliënten te ondersteunen?'
Vervolgens zijn een aantal deelvragen opgesteld. Er is allereerst literatuuronderzoek gedaan. Dit richtte zich op de technologische hulpmiddelen. Gezocht werd naar literatuur waarin doormiddel van technologie in de zorg een effect was waargenomen op de zelfredzaamheid en zelfregie van cliënten. Vervolgens zijn er observaties uitgevoerd in de zorg, focusgroepen gehouden met zorgverleners en zijn er interviews gehouden onder cliënten.
Uit de literatuur blijkt dat met de inzet van technologische hulpmiddelen er een positief effect plaats kan vinden ten aanzien van de zelfredzaamheid en zelfregie van de cliënt. De technologische hulpmiddelen dienen wel aangepast te zijn voor de cliënt zelf en zijn behoeften. Bij de observaties is naar voren gekomen dat met de juiste stimulering en begeleiding een hoop te halen valt met betrekking tot de zelfredzaamheid en zelfregie van de cliënten.
De kennis van technologische hulpmiddelen bij de zorgverleners is over het algemeen ruim. Uit de focusgroepen rondom de zorgverleners kwamen ook een aantal situaties naar voren waarbij de zelfredzaamheid en zelfregie vergroot kan worden. Deze situaties doen zich vooral voor rondom de Huishoudelijke Dagelijkse Levensverrichtingen (HDL) en mobiliteit.
Als laatste is bij de cliënten gevraagd naar technologische hulpmiddelen. De cliënten konden alleen het personenalarm benoemen. Verder kwamen situaties rondom een vaste groep zorgverleners aan bed, mobiliteit, inhoud van de zorg, HDL en zorgmomenten naar voren. In deze situaties benoemden cliënten behoefte te hebben aan meer zelfredzaamheid en zelfregie in de zorg.
Geconcludeerd kan worden dat er zeker zorgsituaties zijn bij de cliënten van de thuiszorgteams A en B van de X waarbij mogelijkheden bestaan om de zelfredzaamheid en zelfregie te ondersteunen met het gebruik van technologische hulpmiddelen. Deze technologische hulpmiddelen omvatten de personenalarmering, verschillende sensoren, telecommunicatie, cameratoezicht, videoboodschappen en woningaanpassingen naar de behoeften van de cliënt.
Op het gebied van mobiliteit, HDL, inspraak in de zorg en zorgverleners zijn adviezen geformuleerd. In deze adviezen worden de technologische hulpmiddelen benoemd die in concrete zorgsituaties de zelfredzaamheid en zelfregie van de cliënten kunnen ondersteunen.
Als laatste is er een implementatieplan gemaakt. Met het behulp van het PARISH-model wordt de evidence, context en facilitation beschreven. Hierna volgt een concreet plan waarin onderzoeken, workshops en bijeenkomsten zijn beschreven die er gehouden moeten worden om persoonsgericht technologie bij de cliënt succesvol te implementeren. Dit plan kan voor elk verbeteradvies worden ingezet, naar behoefte van de cliënt.
Organisatie | Fontys |
Opleiding | Verpleegkunde |
Afdeling | Fontys Hogeschool Verpleegkunde |
Fontys Mens en Gezondheid | |
Datum | 2015-06-26 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |