De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Een nieuwe methodiek, en dan?: onderzoek naar de implementatie van het competentiemodel op Hulselstraat 18

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Een nieuwe methodiek, en dan?: onderzoek naar de implementatie van het competentiemodel op Hulselstraat 18

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

In het kader van mijn afstudeerscriptie heb ik onderzoek gedaan binnen Lunet zorg, locatie de Donksbergen. De vraagstellig die hierbij centraal stond is: "Op welke manier kan het competentiemodel geïmplementeerd worden binnen de behandeling van LVG-jeugd met gedragsproblemen in de leeftijd van 14 t/m 21 jaar op Hulselstraat 18?'
In hoofdstuk 1 wordt beschreven hoe de organisatie in elkaar zit.
Lunet zorg is een organisatie die werkzaam is in de regio Zuid Oost Brabant. Lunet zorg is verdeeld in verschillende locaties. Locatie de Donksbergen richt zich op omgeving de Kempen en is opgedeeld in verschillende WBC's. De jeugdgroepen van de Donksbergen zijn ondergebracht onder WBC 8.
Per woongroep wonen ongeveer 6-7 cliënten. De jongeren binnen WBC 8 zijn licht verstandelijk gehandicapt (LVG) in de leeftijd tot ongeveer 21 jaar. De LVG-jongeren worden in hun ontwikkeling belemmerd, dit mede door bijkomende problemen zoals, psychiatrische, gedrags- en/of leerproblemen.
In hoofdstuk 2 wordt er ingegaan op het begrip lichtverstandelijke beperking en andere stoornissen die voorkomen op de jeugdgroepen. "Een verstandelijke handicap verwijst naar problemen in het functioneren die worden gekenmerkt door significante beperkingen in zowel het intellectuele functioneren als in het adaptieve gedrag zoals tot uitdrukking komt in cognitieve, sociale en praktische vaardigheden. De problemen in het functioneren ontstaan vóór de leeftijd van 18 jaar'.
Naast de verstandelijke beperking komen er ook andere stoornissen voor binnen Hulselstraat 18. Als eerste wordt Autisme kort beschreven en als tweede ADHD. Autisme is een afzonderlijke stoornis, maar mensen met verstandelijke beperkingen zijn extra gevoelig om ook een stoornis in het autismespectrum te hebben. Soms is het moeilijk uit te maken of het autisme en de verstandelijke beperking naast elkaar staan of dat het ene het gevolg is van het andere.
ADHD (attention deficit hyperactivity disorder) is een chronische stoornis die op jonge leeftijd begint met aandachtsproblemen, hyperactiviteit en impulsiviteit.
In hoofdstuk 3 wordt het competentiemodel uitgelegd. Het competentiemodel vindt zijn oorsprong in de gedragstherapie. Het model komt voort uit vier leertheorieën. De klassieke leertheorie van Pavlov, de operante leertheorie van Skinner, de sociale leertheorie van Bandura en de zelfregulatietheorie van Goldstein komen in dit hoofdstuk inhoudelijk aan bod.
We noemen jongeren competent wanneer ze over voldoende vaardigheden beschikken om de ontwikkelingstaken waarmee zij in het dagelijks leven mee geconfronteerd worden, op adequate wijze kunnen vervullen. Er zijn factoren die invloed kunnen hebben op de competentie. Naast deze factoren kunnen jongeren probleemgedrag laten zien als gevolg van geringe competentie of als oorzaak van geringe competentie
In hoofdstuk 4 In dit hoofdstuk is beschreven hoe het competentiemodel toegepast kan worden binnen de hulpverlening. Allereerst wordt het gehele behandel proces globaal geschetst. Dit proces van informatie verzamelen en analyseren en het stellen van doelen bestaat uit verschillende stappen. De periode op de leefgroep is daarvoor opgedeeld in drie opeenvolgende fasen of niveaus. Het is de bedoeling dat het probleemgedrag van de cliënt en zijn hulpvragen via de aangebrachte fasering stapsgewijs inzichtelijk worden gemaakt. Slot & Spanjaard (2003) geven aan dat de dagelijkse routine een cruciale basis is voor het werken met het competentiemodel. Er wordt ingegaan op de mogelijkheden die de dagelijkse routine biedt als het gaat om observatie, interventies en het reguleren van crisissituaties.
Voor het implementeren van het competentiemodel komen in hoofdstuk 5 de volgende punten naar voren. Beschrijving/vaststelling van de doelgroep aan de hand van hulpvragen per ontwikkelingstaak, analyse van sterke en zwakke elementen van het bestaande programma, beschrijving en verrijking van de dagelijkse routine, training uitvoerende werkers in basistechnieken voor competentievergroting, "Training on the job', vaststelling van de fasering en koppeling aan informatieverzameling, behandelplanning, rapportage en voortgangsbespreking. Invulling van de fasering, vervolgtraining uitvoerende werkers, invoering van fasering, feedbacksystemen en rapportagesysteem en kwaliteitsbewaking.
In hoofdstuk 6 is beschreven op welke manier er onderzoek is gedaan. Hierin komen de volgende punten naar voren: de onderzoeksmethode, de omschrijving van de doelgroep, motivatie van de doelgroep, dataverzameling, analyse van de verzamelde gegevens en betrouwbaarheid en validiteit.
Vervolgens wordt het praktijkonderzoek beschreven, hierin is terug te vinden in hoeverre het competentiemodel terug te vinden is binnen de jeugdgroepen, hoe de groepsbegeleiders de implementatie hebben ervaren en wat zij nog nodig hebben om de implementatie te voltooien. Uiteindelijk komen in hoofdstuk 8 de conclusie en in de aanbevelingen aan bod.

Toon meer
OrganisatieFontys
AfdelingFontys Pedagogiek
Jaar2009
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk