Samenvatting

De hoofdvraag van dit onderzoek is: Welke factoren worden door ouders en leidsters in verband gebracht met het ontstaan van verschillen in inzicht in de uitvoering van het werk van leidster-aan-huis?

Om hier achter te komen is er in de eerste 5 hoofdstukken gezocht naar factoren die hier mogelijk verband mee houden. De volgende lijst factoren kwam daar uit: waarden en normen, opvoedingsstijl, kindbeeld, communicatie tussen ouders en leidster, communicatie met de coördinatie, de klik tussen ouders en leidster, hoeveelheid en diepgang van de coördinatie, hoeveelheid en diepgang van contact momenten tussen ouders en leidsters, algemene tevredenheid.

Deze factoren vormden ook de basis voor de interviews die gehouden zijn met 5 gezinnen en 4 leidsters van leidster-aan-huis.

In de conclusie bleek dat het antwoord op de hoofdvraag niet gegeven kon worden, omdat het onderzoek zich richtte op wat er gebeurt na aanvang van de samenwerking tussen ouders en leidsters. Het bleek dat de verschillen in inzicht in de uitvoering van het werk van leidster-aan-huis al in de personen zelf aanwezig waren. Daardoor werden deze meteen na aanvang van de samenwerking zichtbaar. Om antwoord te kunnen geven op de hoofdvraag had er meer gekeken moeten worden naar persoonlijke kenmerken die voor de samenwerking al aanwezig zijn.

Wat wel uit het onderzoek bleek was een verband tussen het aanwezig zijn van een klik bij de kennismaking en een open communicatie. Voor het hebben van een open communicatie speelt het ook een rol of de ouders en de leidsters extra gesprekken voeren naast de gebruikelijke gesprekken. Dit is belangrijk, want bij de gezinnen waar er sprake was van open communicatie werden de problemen op een prettige manier opgelost.

Aan de hand van deze conclusie zijn de volgende aanbevelingen gedaan:
1) Het is handig als de coördinatie in de toekomst voorzichtig is met het geven van een oordeel over de leidster, tegenover de ouders. Dit omdat sommige ouders hierdoor voorbij gaan aan het aanwezig of afwezig zijn van een klik en puur uit vertrouwen in de coördinatie hun keuze maken. Gezinnen waarbij er geen klik is en die toch de samenwerking met de leidster willen starten, moeten hierin extra begeleid worden om een open communicatie tot stand te laten komen.
2) Het advies is om in het protocol leidster-aan-huis op te nemen dat er per jaar twee extra gesprekken plaats vinden. Eén keer per jaar een gesprek met ouders, leidster en coördinatie en één keer een gesprek met ouders en leidster samen. Het doel van dit gesprek zal zijn dat ouders en leidster weer kunnen afstemmen. In dit gesprek kan gesproken worden over de ontwikkeling van de kinderen en hoe de leidster daar mee omgaat. Verwachtingen en gevoelens tegenover elkaar kunnen uitgesproken worden, evenals het verloop van het onderlinge contact. Vragen kunnen gesteld worden.