Samenvatting

Achtergrond
Deze studie heeft als doel het meten van fysieke activiteit en sedentaire tijd bij eerstejaars fysiotherapie studenten. De focus ligt bij het antwoorden tot op welke hoogte eerstejaars fysiotherapie studenten voldoen aan de standaard voor fysieke activiteit en tot welke hoogte de resultaten gevonden met accelerometrie gelijk zijn aan zelf-geregistreerde fysieke activiteit en sedentaire tijd.
Methode
Beschrijvende studie van fysieke activiteit en sedentaire tijd, uitgevoerd bij 34 (12 vrouwen en 22 mannen) eerstejaars fysiotherapie studenten, gemeten met de International Physical Activity Questionnaire (IPAQ) en een 7-daagse accelerometrie meting. Fysieke activiteit (verdeeld in lage, matige, zware intensiteit) en sedentaire tijd zijn gemeten en voldoende fysieke activiteit is bepaald met behulp van de World Health Organisation’s aanbevelingen voor fysieke activiteit (150 minuten matige activiteit per week). De resultaten van de IPAQ en accelerometrie zijn met elkaar vergeleken.
Resultaten
De resultaten van de accelerometrie laten een mediaan van 25,9 minuten matige activiteit per dag (181,3 minuten per week) zien. 31,3% (N=10) van de totale test populatie (N=32) voldoet niet aan de standaard van 150 minuten matige fysieke activiteit per week, gemeten door accelerometrie.
Gemeten door de IPAQ, voldoet 96,9% van de participanten aan de standaard van de World Health Organisation Global Recommendations on Physical Activity for Health (Adults 18-64 years old).
Conclusie
De resultaten van deze studie laten zien dat 68,8% van de participanten voldoet aan de standaard voor fysieke activiteit gemeten met accelerometrie. Ook zijn er grote verschillen te zien tussen de resultaten van de IPAQ en accelerometrie. De zelf-registratie van de IPAQ laat in vergelijking met de accelerometrie resultaten een overschatting van matige en zware activiteit zien en een onderschatting van lage activiteit en sedentaire tijd.