De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Differentieel leren in de LO setting

Het verschil in leerresultaat tussen het aanleren van de softbalslag volgens de traditionele methode en differentieel leren

Differentieel leren in de LO setting

Het verschil in leerresultaat tussen het aanleren van de softbalslag volgens de traditionele methode en differentieel leren

Samenvatting

Inleiding.
Verschillende recente onderzoeken stellen dat oefenen van een motorische vaardigheid met
een externe focus van aandacht een beter leerresultaat geeft en effectiever is dan oefenen met
een interne focus. Op dit principe is differentieel leren gebaseerd. Hoewel deze bevindingen
steeds breder gedragen worden, maken veel docenten lichamelijke opvoeding (LO) tot op
heden nog steeds veel gebruik van traditionele methoden. Hierbij is de aandacht vaak gericht
op de uitvoering van de beweging. Dit onderzoek richt zich op de vraag of differentieel leren
een positieve bijdrage kan leveren aan softballessen op Het Hooghuis in Oss. Er wordt
gemeten of het resultaat van de beweging verbetert ten opzichte van traditioneel leren.
Methode
Door twee tweedejaars klassen vmbo op verschillende manieren de softbalslag aan te leren
wordt onderzocht welke methode het beste leerresultaat geeft voor die doelgroep. De
interventiegroep (N=22) krijgt in twee lessen de softbalslag aangeleerd, waarbij gevarieerd
wordt in omgeving en taak. In dezelfde hoeveelheid tijd oefent de controlegroep (N=21)
steeds de doelbeweging, waarbij zij traditionele feedback krijgen over de techniek van het
slaan.
In een 0-, na- en retentiemeting krijgt iedere leerlingen drie pogingen om een bal vanuit tos te
slaan. Er wordt gemeten hoe vaak de leerlingen een geldige slag maken en hoeveel meter ze
gemiddeld slaan. De progressie van de groepen wordt onderling vergeleken aan de hand van
groepsgemiddeldes.
Resultaten
De differentieel leren groep maakte tijdens de retentiemeting 26% meer geldige slagen dan
tijdens de 0-meting. De traditioneel leren groep boekte hier een vooruitgang van 28%. Beide
groepen sloegen tijdens de 0-meting gemiddeld 24 (+/-6) meter ver. De differentieel leren
groep had als leerresultaat een gemiddeld geslagen afstand van 28 (+/-5) meter; de traditioneel
leren groep 20 (+/-7) meter.
Conclusie
De resultaten van dit onderzoek kunnen geen betrouwbaar antwoord geven op de vraag welk
effect differentieel leren heeft op de verbetering van de softbalslag in vergelijking met
traditioneel leren. De resultaten zijn niet betrouwbaar, vanwege de grote standaarddeviaties
bij de resultaten en vanwege tekortkomingen in de metingen.

Toon meer
OrganisatieFontys
AfdelingFontys Sport en Bewegen
Datum2013-06-19
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk