Communicatie tussen autochtone hulpverlener en allochtone cliënt in de GGZ
Een onderzoek naar de ervaringen van autochtone hulpverleners op het gebied van communicatie met allochtone cliëntenCommunicatie tussen autochtone hulpverlener en allochtone cliënt in de GGZ
Een onderzoek naar de ervaringen van autochtone hulpverleners op het gebied van communicatie met allochtone cliëntenSamenvatting
De Nederlandse samenleving is de afgelopen 50 jaar flink veranderd. Door de instroom van allochtonen, is Nederland een multiculturele samenleving geworden (Hoffer, 2009). Doordat allochtonen soms noodgedwongen moesten vluchten uit hun vaderland, hebben zij mogelijk veel traumatische gebeurtenissen meegemaakt. De kans is dan ook groot dat zij te maken krijgen met hulpinstantie zoals de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ). Uit onderzoek van Zevenbergen (2010) blijkt dat vraag en aanbod niet aansluiten op de praktijk. De reguliere GGZ werkt nog teveel vanuit de ik-cultuur, wat niet aansluit bij de wij-cultuur waarin de meeste allochtonen leven. Hierdoor ontstaat een belemmering in de behandeling, wat te maken heeft met communicatie, maar vooral ook met de culturele verschillen.
Om meer te weten te komen over de ervaringen van autochtone hulpverleners op het gebied van communicatie met de allochtone cliënt, zijn er interviews afgenomen binnen GGZ-instelling X. De interviews zijn semigestructureerd waarbij de topiclijst als rode draad heeft gefungeerd. Doordat er geen vaste vragen waren, was het mogelijk om dieper op bepaalde onderwerpen in te gaan. Uit deze interviews zijn de resultaten van het onderzoek gekomen, met daarbij de conclusie.
Uit de conclusie komt naar voren dat er problemen worden ervaren op het gebied van communicatie. Er kan geconcludeerd worden dat er meer kennis en verdieping nodig is bij autochtone hulpverlener, om beter aan te sluiten bij de waarden en normen van de allochtone cliënt. Dit zal mogelijk tot gevolg hebben dat vraag en aanbod beter aansluiten bij de wensen van de allochtone cliënt. Aan de hand van de conclusie zijn er aanbevelingen gedaan voor GGZ-instelling X om de communicatie te optimaliseren. Een eerste aanbeveling is voor de hulpverlener als individu. Door te werken met het TOPOI-model van Hoffman (2009), kan de hulpverlener zich voorbereiden op de culturele verschillen die zich voor kunnen doen tijdens het gesprek. Een tweede aanbeveling is om vanuit de organisatie meer cursussen te geven over interculturele communicatie. Hierdoor krijgen hulpverleners basiskennis over verschillende culturen. Een derde aanbeveling is om het thema bespreekbaar te maken tijdens teambijeenkomsten, thema genaamd. Deze vinden vier keer per jaar plaats, waarbij alle disciplines aanwezig zijn. Door er dan aandacht aan te besteden, worden mensen zich bewust van het probleem en kunnen zij als team een passende oplossing ontwikkelen gekeken naar de toekomst.
Organisatie | Fontys |
Opleiding | Sociale Studies |
Afdeling | Fontys Sociale Studies |
Partner | GGZ Oost-Brabant |
Jaar | 2016 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |