Leidt psychofysiek bewegingsonderwijs bij de jongeren van de Stedenschool tot het kunnen reguleren van hun agressie
Leidt psychofysiek bewegingsonderwijs bij de jongeren van de Stedenschool tot het kunnen reguleren van hun agressie
Samenvatting
Samenvatting: In het kader van mijn HBO-deeltijdopleiding Master SEN heb ik onderzoek gedaan met de volgende onderzoeksvraag: Leidt psychofysiek bewegingsonderwijs bij de jongeren van de Stedenschool tot het kunnen reguleren van hun agressie? De deelvragen die hieruit voort gekomen zijn, zijn: Wat ervaren de docenten nu en na de periode van het psychofysieke bewegingsonderwijs tot het kunnen reguleren van de agressie van de jongeren van de Stedenschool? Wat ervaren de jongeren van de Stedenschool nu en na de periode van het psychofysieke bewegingsonderwijs met betrekking tot het reguleren van hun agressie? Wat ervaar ik bij de jongeren met betrekking tot het kunnen reguleren van hun agressie tijdens het geven van psychofysiek bewegingsonderwijs?
De aanleiding tot dit onderzoek is:
Waarom wordt er niet startend of eindigend vanuit een fysieke situatie een transfer gelegd naar de vaardigheden welke bij de huidige trainingen worden geleerd? Deze vraag komt voort uit mijn ervaringen tijdens en met agressiemomenten van jongeren die ik in mijn huidige functie (docent bewegingsonderwijs aan de Stedenschool in JJI Rentray) veelal tegenkom. Momenteel is één van de interventie- en behandelmethoden in Rentray de Equip-methodiek. Hoofddoelen hierbij zijn dat jongeren zich bewust worden van hun eigen denkfouten, dat zij leren dat zij hiervoor zelf verantwoordelijk zijn en dat jongeren zich bewust worden van hun cognitieve stoornissen. Wat hopelijk bereikt wordt met dit onderzoek is, dat het belang wordt ingezien van een combinatie van een "theoretisch kader" (Equip-methodiek) en psychofysiek bewegingsonderwijs. Middels STAP in het onderzoeksprogramma wordt geprobeerd jongeren verder te brengen in hun agressieregulatie om zodoende de sociale competentie en draagkracht in de huidige maatschappij te vergroten. Voor de theoretische onderbouwing worden kwantitatieve gegevens verkregen via een SCOLL-vragenlijst en een HIT-vragenlijst, kwalitatieve gegevens worden verkregen door de semi-gestructureerde interviews met de deelnemende docenten en jongeren.
Al deze gegevens zijn verwerkt en gekoppeld in dit verslag om tot de volgende slotconclusie te komen: De docenten hebben ervaren dat psychofysiek bewegingsonderwijs er mede voor gezorgd heeft dat de jongeren adequater kunnen reageren op wisselende situaties die eerder voor agressiemomenten zorgden. Ook voor de jongeren gelden dezelfde ervaringen met adequatere handelswijzen tot gevolg. Persoonlijk heb ik ervaren dat de jongeren nu anders aankijken tegen agressie en dat het adequater reageren komt door het beter kunnen reguleren van agressie, door het herkennen lichaamstaal bij zichzelf en anderen en daar vervolgens adequaat naar te handelen. Uit het onderzoek is ook gebleken dat hierbij meerdere factoren een rol spelen dan alleen psychofysiek bewegingsonderwijs. Twee belangrijke aanbevelingen die m.i. voortkomen uit dit onderzoek zijn:
Psychofysiek bewegingsonderwijs is een must voor deze jongeren. Psychofysiek bewegingsonderwijs past binnen de huidige behandelmethodiek Equip.
Organisatie | Fontys |
Afdeling | Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg |
Jaar | 2010 |
Type | Master |
Taal | Nederlands |