Samenvatting

Het onderzoek in deze scriptie
onderstreept de mogelijkheden voor
het gebruik van geografische
informatie systemen in het VMBO
onder vakdocenten en leerlingen.
De nadruk wordt gelegd op EduGIS.
Het confronteert de leerlingen aan
abstracte en conceptuele
werkwijzen van denken en
analyseren. Bovendien faciliteert de
toepassing van GIS werkwijzen voor
de leerlingen om hun nieuw
verworven kennis toe te passen, in dit
geval, op de eigen leefomgeving.
Indirect worden de leerlingen zich
bewust van de waarde van het vak
aardrijkskunde in het dagelijkse
leven, zowel op het lokale (micro)
niveau als het mondiale (macro)
niveau.
De hoofdvraag is: Op welke manier
kan geo-informatietechnologie,
specifiek gericht op GIS, een
structurele bijdrage leveren in het
omgevingsonderwijs van het vak
aardrijkskunde in de onderbouw van
het VMBO op het Beroepscollege
Brandenberg? Aan deze hoofdvraag
zijn vijf deelvragen gekoppeld.
De onderzoeksmethoden voor deze
scriptie zijn meervoudig. De
conceptuele benadering is zowel
deductief als inductief. Het
literatuuronderzoek was
geconcentreerd op aardrijkskunde,
de evolutie van het vak, geoinformatiesystemen
en de toepassing
van deze systemen in een brede
reeks van vakken. Data werden
verzameld door twaalf interviews met
vakdocenten. Gebaseerd op de literatuur
en mijn eigen GIS training in de V.S. heb ik
lesbrieven voor de leerlingen ontwikkeld
en in twee klassen ingezet (brugklassen
basisberoepsgerichte en theoretische
leerweg). Een vragenlijst over deze
toepassing werd door 45 leerlingen
ingevuld.
De docenten zijn geïnteresseerd in de
toepassing van GIS in hun klassen, maar
ze geven ook aan meer training en
concreet lesmateriaal nodig te hebben.
Verder benadrukken ze het belang van
de beschikbaarheid van passende
klaslokalen. De leerlingen vinden zowel
het gebruik van lesbrieven waarin GIS en
de aandacht voor de schoolomgeving
leuk en leerzaam verwerkt zijn.
Vergelijkingen tussen leerlingen op de
theoretische en basisberoepsgerichte
leerweg tonen aan dat de lesbrieven
aangepast moeten worden om het voor
hen meer interessant te maken.
Gebaseerd op de bevindingen verwacht ik dat ook de vraag naar GISgeschoolden
in de samenleving zal groeien en dat het gebruik onder ‘leken’
zal toenemen. Het onderzoek toont dat er interesse is onder vakdocenten en
leerlingen, maar er moet geïnvesteerd worden in zowel training en technologie
als in lesmateriaal dat aangepast is aan het leerlingenniveau