Samenvatting

In dit onderzoek ga ik op zoek naar een manier om het sociaalwelbevinden van kinderen in groep 3 te verhogen. Allereerst ga ik kijken uit welke onderdelen het sociaalwelbevinden bestaat. Ik ontdek hierbij dat je het sociaal welbevinden kan splitsen in drie onderdelen. Namelijk: - het zelfbeeld van kinderen - het beeld van anderen - sociale vaardigheden
In mijn onderzoek besteed ik zes weken lang aandacht aan deze drie onderdelen. Hierbij werk ik met risicogroepen die ik signaleer met behulp van de Sociale Competentie Observatie Lijst (Scol 2009), ik gebruik hierbij de gewone Scol lijst en de leerling Scol lijst. Daarnaast maak ik gebruik van de Bots vragenlijst (Verstegen & Lodewijks 2009) en een sociogram. Als de risicogroepen zijn vastgesteld werk ik met interventies die gericht zijn op het stimuleren van het zelfbeeld van kinderen, hiervoor maak ik gebruik van 'Eigenwijsjes' (Westerkamp-van Beers, 2003) en oplossingsgerichte gesprekken. Voor het stimuleren van het beeld van anderen werk ik met het 'Zonnetje van de week' (Seminarium voor Orthopedagogiek, 2005) en 'Droomkaartjes' (Malmberg, 2009) De sociale vaardigheden stimuleer ik aan de hand van de methode Een doos vol gevoelens (Kog & Moons). Hiernaast pas ik mijn eigen leerkracht gedrag aan de kinderen aan. Ik maak hierbij gebruik van de handelingsadviezen uit de interactiewijzer van Verstegen & Lodewijks. (2009)
Na zes weken heb ik opnieuw een signalering afgenomen. De signalering is aan de hand van de lijsten, observaties en gesprekken met ouders gebeurd. Uit de signaleringslijsten blijkt een kleine vooruitgang van de risicogroepen. Uit de observaties en gesprekken met ouders komt een grotere positieve vooruitgang van het sociaal welbevinden naar voren. Hierbij is het opvallend dat de vooruitgang uit de signaleringslijsten minder groot is dan de vooruitgang die blijkt uit de observatie en gesprekken met ouders.