Visuele feedback
Visuele feedback
Samenvatting
Feedback kan gezien worden als een terugkoppeling van informatie. Feedback kan zowel
verbaal als visueel verstrekt worden. De wijze waarop de feedback verstrekt wordt, is
van invloed op de vooruitgang in een leerproces. In het onderwijs wordt er in de lessen
Lichamelijke Opvoeding gewerkt aan het verbeteren van de motoriek. Intrinsieke en
extrinsieke feedback spelen hierbij een rol. Bij intrinsieke feedback wordt er een beroep
gedaan op de wisselwerking tussen zintuigen, zenuwen en spieren van een lichaam.
Extrinsieke feedback is het verstrekken van informatie van een extern persoon. Dit kan
informatie zijn over een resultaat, knowledge of result (KR), of over een uitvoering,
knowledge of performance (KP). Deze informatie kan visueel of verbaal verstrekt
worden, waarbij de individu een beeld moet vormen om intrinsieke feedback plaats te
laten vinden. Een voorwaarde van motorisch leren is dat er een vorm van feedback,
intrinsiek of extrinsiek, aanwezig moet zijn. (Schmidt e.a., 2008).
De optimale werking van het gezichtsvermogen is van groot belang in het dagelijks
leven. Het gezichtsvermogen speelt een rol bij het evenwicht, het geeft de mens de
mogelijkheid correcties toe te passen om bewegingen. Tijdens het uitvoeren van een
handeling, kan visuele feedback van invloed zijn, mits er voldoende tijd is de visuele
feedback te analyseren (Magill, 2006). Door een goed werkend gezichtsvermogen, is
men in staat een eigen beweging terug te zien. Het werken met videobeelden en
observaties om op die manier visuele feedback te geven, kunnen opmerkelijke
veranderingen in een beweging opleveren (Fox e.a., 1999).
RSG 't Rijks is een openbare middelbare school in Bergen op Zoom, waar veel
mogelijkheden aanwezig zijn tot het ontwikkelen van talenten. Op het gebied van sport
zijn er vele mogelijkheden. Voor leerlingen met een topsportstatus kunnen speciale
studieregelingen getroffen worden. Daarnaast wordt het ontwikkelen van talent
nagestreefd door het aanbieden van verschillende mogelijkheden in het
bewegingsonderwijs (RSG 't Rijks, 2008). Lichamelijke opvoeding in het onderwijs kan
omschreven worden als een proces van sportoriëntatie waarbij een blijvende deelname
aan de bewegingscultuur bevorderd wordt. Door een individu continu te prikkelen, wordt
een blijvende deelname nagestreefd (Stegeman, 2007). De examenvakken van LO,
Bewegen, Sport en Maatschappij, zorgen voor een verbreding en verdieping op
sportgebied, waarbij de nadruk gelegd wordt op een voorbereiding op een vervolgstudie
(Brouwers, 2005). De mogelijkheid om aan een sportklas deel te nemen vergroot de
mogelijkheid op sportoriëntatie (Radstake, z.j.).
De leerlingen op deze middelbare school bevinden zich in de adolescentieperiode. Deze
kan verdeeld worden in de vroege-, de midden- en de late adolescentie. Op het gebied
lichamelijke, sociale-, culturele-, en maatschappelijke ontwikkeling veranderd er veel in
deze tijd (Craeynest, 2005). Het kan leiden tot een gevoel van onzekerheid en schaamte
(De Wit, 2004). Adolescenten bevinden zich in een formeel operationeel stadium. In
deze fase wordt het abstractievermogen en het hypothetisch beredeneren vergroot.
Tevens wordt het vermogen tot zelfreflectie vergroot. In deze fase van het leven wordt
een identiteit gevormd (Van Beemen, 2001). Naast veel leertheorieën richt Pijning zich
specifiek op de leerpsychologie en de motoriek. Door een foutenanalyserende
leerstrategie toe te passen in het leerproces, zal er een beter leerresultaat verkregen.
Gedragscentrering is hierbij een vereiste. Om het zelfstandig leren te bevorderen, is
onder andere het visualiseren een goede procesgerichte instructiemethode (Pijning,
1995).
Een visueel hulpmiddel als videobeelden van de eigen beweging terugzien, vormt een
goede basis tot verbetering van tactiek en techniek in de sportwereld. Genlocken en
split-screen zijn technieken waarbij de eigen beweging naast de ideaalbeweging
geplaatst kan worden en biomechanische principes geanalyseerd worden. Videofeedback
zorgt voor een beter resultaat dan andere vormen van feedback, mits het niveau van de
sporter dit toelaat. Echter alleen KP verstrekken lijkt inefficiënt te zijn. Wanneer
videofeedback ondersteund wordt door aandachts- en correctiepunten, dan is de
4
videofeedback van grote meerwaarde in een leerproces (Schmidt, 2005). Andere visuele
hulpmiddelen kunnen beeldseries en observatieformulieren zijn. Een beeldserie geeft in
gedetailleerde fotofragmenten weer hoe de beweging eruit ziet. Deze fotokaart kan
eenvoudig gebruikt worden in de les LO, wanneer analyseren en observeren van een
beweging aan bod komt. Om gestructureerd te observeren, is er een observatieformulier
ontwikkeld. Aan de hand van deze accenten kunnen leerlingen aangeven in hoeverre
deze uitgevoerd worden. Voor de leerlingen die het examenvak van LO volgen, is er een
analyseopdracht ontwikkeld. Hierdoor leren zij een beweging te analyseren en tevens
kennis te maken met termen uit de anatomie, als voorbereiding op een vervolgstudie.
Leerlingen van RSG 't Rijks hebben gewerkt met de bovenstaande ontwikkelde
hulpmiddelen. Het blijkt dat visuele feedback geen meerwaarde vormt op het verbeteren
van een beweging. Uit de uitgevoerde T-toets blijkt dat het verschil in de gemiddelde
beoordeling van leerlingen niet te koppelen is aan het werken met visuele feedback. Aan
de andere kant hebben de leerlingen dit wel zo ervaren. Ruim 75% van alle leerlingen
zijn positief over de leermiddelen en het leerproces. Zij krijgen door het werken met de
visuele middelen een duidelijker beeld van de ideaalbeweging en de eigen beweging.
Door dit met elkaar te vergelijken, elkaar te observeren en aanwijzingen te geven,
geven leerlingen aan dat de beweging in korte tijd kan verbeteren.
Organisatie | Fontys |
Afdeling | Fontys Sport en Bewegen |
Partner | RSG 't Rijks te Bergen op Zoom |
Jaar | 2008 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |