Samenvatting

Om het mbo-onderwijs aan te laten sluiten bij de snel veranderende hedendaagse maatschappij en mbo-studenten uitdaging te bieden tijdens de lessen, is er onderzocht of een didactische werkvorm effect heeft op leerresultaat en ervaring van mbo-studenten. Er is gekeken naar de verschillen tussen verbale informatieoverdracht (controlegroep) en ‘flipping the classroom’ (interventiegroep). In het literatuuronderzoek worden het ‘nieuwe leren’ en ‘flipping the classroom’ toegelicht.

Het praktijkonderzoek is uitgevoerd op het Sport College te Utrecht, bij specialisatie zwemmen.
De klas is opgesplitst in een interventie- en controlegroep, met (bijna) gelijke kenmerken.
De interventie vond plaats tijdens de theorielessen, waarin de studenten vijf weken aan de slag zijn gegaan met het ontwikkelen van lesvoorbereidingsformulieren. Tijdens het onderzoek is er gebruik gemaakt van ICT-voorzieningen, een gevalideerd lesvoorbereidingsformulier, een beoordelingsformulier (NPZ I NRZ) en een ervaringsvragenlijst (SLO).

Na dit onderzoek lijkt te kunnen worden vastgesteld dat de didactische werkvorm ‘flipping the classroom’ positieve punten oplevert (zie eerdere studies: Baker, 2000; Lage, Platt & Treglia 2000; Frederickson; Reed & Clifford, 2005). Dit geeft echter geen direct zichtbaar effect op korte termijn, net als de studie van Johnson & Renner, 2012 en Strayer, 2007. Ook op lange termijn (retentiemeting) is geen verschil te herkennen. De effectgrootte weergeeft een verwaarloosbaar effect van -0,07.